vergaderingen in Serajewo en Genéve. Voor „onvoorzien” blijft over ƒ 1.075,—, d.i. ruim 7 % van het budget.

Wanneer wij zowel dit jaar als in 1961 de post „onvoorzien” niet behoeven aan te spreken, dan zal in laatstgenoemd jaar het ideaal, dat ik in mijn vorig verslag stelde, te weten de vorming van een kapitaal van ƒ 25.000,—, kunnen worden bereikt. Voor het jubileumjaar 1962 is dan een stevige basis verkregen. Dit is dan zeker mede te danken aan de voortdurende toewijding van onze administrateur de heer Huyser.

Thans nog het een en ander over de fondsen:

I. Carel Carpfonds: Aan elk jaarverslag is een schaduwkant, zo men wil een „Schönheitsfehler”. Dit fonds gaf in 1959 door een samenloop van omstandigheden ƒ 101,51 meer uit dan het incasseerde. Verontrustend is dit niet, aangezien 1958 in feite een batig saldo van ƒ 103,19 had opgeleverd. Het kapitaal bedroeg per ultimo 1959 ƒ 14.444,57. Naar schatting is voor 1960 voor subsidies ƒ 500,— beschikbaar.

11. Van der Viesfonds: Dit fonds boekte een batig saldo van ƒ 203,45, welk bedrag bij het kapitaal werd gevoegd. Het vermogen beliep per ultimo 1959 ƒ 25.353,18. Voor subsidies is in 1960 beschikbaar ongeveer ƒ 1.000,—. De subsidies van deze beide fondsen, vermeerderd met het bedrag van ƒ 1.000,— op de veren igingsbegroting, maken het mogelijk wederom ƒ 1.500,— uit te trekken voor de zgn. Terray-cursus. Voor andere subsidies is dan be-

schikbaar ƒ 1.000,-—. Wij hopen hiermede weer verschillende jonge alpinisten tot een goede en verantwoorde vorming te helpen.

111. ]ohn Bruinier fonds: Zo doopten wij het fonds, dat werd gevormd uk ons aandeel in de nalatenschap van wijlen mevrouw Bruinier-Schreinhout, moeder van ons in de Maasrotsen verongelukte lid John Bruinier.

Dankzij de bemoeiingen van notaris Maaldrink te ’s-Gravenhage is het gelukt om ons aandeel in deze boedel gerangschikt te krijgen in het laagste tarief van de successierechten. Ruw geschat maakt dit een verschil uit van ƒ 6.000,— a ƒ 7.000,—. Het resultaat is, dat tegen het eind van 1959 werd ontvangen een kapitaal van ƒ 16.101,97 (ƒ 15.000,— nominaal in effecten en / 1.101,97 in contanten), grotendeels in prima effecten. Het contante gedeelte is intussen ook belegd. Het doel van dit fonds, zoals dit door de erflaatster is aangegeven, zij hier nogmaals herhaald: de revenuen moeten worden gebruikt voor tegemoetkoming aan bergklimmers en nabestaanden van bergklimmers, die door een ongeluk bij het beoefenen van de bergsport zijn getroffen en ondersteuning behoeven. Aan interest is voor 1960 te verwachten ƒ 865,—. Indien, gelijk wij hopen, geen beroep op dit fonds behoeft te worden gedaan, zal dit bedrag na aftrek der uiteraard geringe kosten aan het kapitaal worden coegevoegd.

Het is alles bijeen een bemoedigend beeld, hetwelk ik u kon tonen. Moge het zo zijn, dat ook de goede verwachtingen voor 1960 worden bewaarheid. Mr. H. G. Engelherts

Jaarverslag 1959 van de bibliothecaris der KNAV

Op de jaarlijkse bijeenkomst van 1959 werden de zorgen van de bibliotheek overgedragen aan ondergetekende. Door afwezigheid buitenslands van de nieuwe bibliothecaris werden nog tot november 1959 de lopende zaken behartigd door zijn voorganger Mr. M. W. Jolles.

Sinds november 1959 werden 30 aanvragen voor kaarten en gidsen behandeld, waarbij het

opviel dat de aanvragen van sterk uiteenlopende aard waren en betreffende vrijwel alle belangrijkste alpine ketens van Nice tot Wenen. In het afgelopen jaar bleek weer buitengewoon veel belangstelling te bestaan voor de boekwerken van de KNAV, ondergebracht in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.

Het streven van de bibliothecaris is geweest om