kostscholen er verblijf kunnen houden zonder elkaar in den weg te loopen.

Zondagmorgen bracht de godsdienstoefening de verschillende kudden vredig bijéén onder de „mélèzes”. Er lag een eigenaardige wijding over deze bijeenkomsten onder den stralenden, blauwen hemel. Geen duffe kerklucht, geen stovenzetsters met hardnekkig ratelende busjes, maar rondom de heerlijke schepping Gods, waar alle kleuren en klanken, geuren en gedachten samenstemden tot één grootsch, harmonisch geheel. Het eenige storende element was het mierenheirleger, dat geluidloos en onzichtbaar van deze gelegenheid-gebruik maakte om allerlei onderzoekingstochten te ondernemen en overal wist door te dringen. Het was alsof de listige insecten het begrepen, dat een aandachtige gemeente een gemakkelijke prooi voor hen was. Men moest wel deze indiscrete handelwijze lijdelijk verdragen; hoogstens kon men zich even bewegen, misschien eens gaan verzitten, maar bij een tweede poging bemerkte men al spoedig, dat men stoornis veroorzaakte en men was gedwongen met Spartaansche onverschilligheid de kriebelingen der wandelende mieren te doorstaan.

Na afloop van den dienst gingen wij meestal op den terugweg een bezoek brengen bij den bakker. Vroeger bezat Saas-Fee deze gewichtige persoonlijkheid niet. Versch brood aan het ontbijt, gebakjes en taarten toen een ongekende luxe, daar Saas Grund alleen het hoog noodige verschafte. In de laatste jaren is hierin een verandering gekomen. Aan het einde van het dorp heeft men een steenen huisje gebouwd, dat bewoond wordt door den bakker en een allercharmantsten bakker, geachte lezer!

Wij plachten hem trouw lederen morgen te' bezoeken en voelden ons geheel thuis in de bakkerij, w'aar hij ons inwijdde in de geheimenissen van zijn vak. In den winkel zette hij ons dan de schalen vóór met het croquante, geurige gebak, dat zóó uit den oven kwam.

Wanneer wij een tocht maakten, waarvoor men ’s nachts op weg moest gaan, blonk in de bakkerij het vriendelijke lichtje, als het elders overal donker was in het slapende dorp en de stille 'velden. Dan zorgde hij steeds, dat hij ons reeds het