volgenden dag definitief vastgesteld. Gelijk gezegd, wij moesten den kant van den Montblanc uit en onze eerste halte op die route zou zijn Ferpècle. Aangezien het Visser's lust en leven is bergen te traverseeren en hij daarentegen een natuurlijken afschuw heeft van pasovergangen, was het duidelijk, dat de aangewezen weg om ons doel, te bereiken liep: over den top van den Grand Cornier.

Hij zag er aanlokkelijk uit, onze berg van morgen-. De hierncvenstaande afbeelding maakt toelichting overbodig.

Druk bestegen wordt de Grand Cornier niet, waarschijnlijk o-m-dat hij met zijn 3969 M. hoogte juist even beneden de 4000 M. blijft. En een berg in Wallis telt niat licht mede, wanneer hij geen ~Viertausender” is.

Toen het plan vaststond, hadden wij nog een heel stuk dag voor ons, dat wij gebruikten voor klauteroefeningen op den Dromedaire, een rotsklomp dicht bij de hut, waar Theytaz staaltjes van zijn buitengewone klauterkunst vertoonde. Maar een onweersbui met zwaren regen joeg ons naar de hut terjg, waar wij druip- en doornat aankwamen. Nog was het geen tijd om ter ruste te gaan en achter de warme kachel vermaakte Visser de gidsen met ~één, twee, drie, klaveren-aas” en andere kunsten met speelkaarten, die een geroutineerde kwartjesvinder hem niet zou hebben verbeterd. De bergmenschen hadden er een onverdeelde belangstelling voor en waren kinderlijk verbaasd, en mijn reisgenoot was de man van den avond.

Ten slotte gingen wij, na een goed avondmaal, ter ruste op onze plaatsen van den vorigen dag. Gelukkig was het minder vol, zoodat wij kans hadden op een goeden nacht. En wij werden bijna in slaap gezongen door een troepje kostschoolmeisjes, die met haar juffrouw in den namiddag op de hut waren aangekomen met het zonderlinge plan om onder leiding van één gids gezamenlijk den Besso te bestijgen. Het troepje ~geitjes”, zooals mijn reisgezel ze betitelde, had de damesafdeeling van de hut bezet en zong onvermoeid de Loreley (waarmede Visser’s tenor instemde), totdat één van de mannena.fdeeling het genoeg vond en op strengen toon ~Silence donc!” gebood. Kort daarop waren de beide afdeelingen in de rust.

Den volgenden dag (10 Augustus) was het helder weer. Wij