straten van de Zwitsersche hoofdstad liepen. Dep vorigen avond hadden wij, gezellig koutend, doorgebracht in gezelschap van Dr. Dübi en den heer Ch. Montandon, twee welbekende figuren in de alpiene wereld en voormannen van de S. A. C.

Menig oud bergverhaal was er besproken, menige herinnering opgehaald, zoodat de tijd was omgevlogen. De heer Moutandon was zoo vriendelijk geweest zich te onzer beschikking te stellen gedurende ons verblijf te Bern en ons op de hoogte te brengen van alle bezienswaardigheden op het gebied van de bergsport. Zoo hadden wij de keurig ingerichte bibliotheek en leeszaal der Sektion Bern bezocht en thans was het Alpiene Museum ons doel.

Deze interessante verzameling heeft men een passend onderkomen weten te verschaffen op de eerste verdieping van het oude, historisch gedenkwaardige, z.g. „Standesrathaus”, waar in het jaar 1874 de algemeene postvereeniging werd opgericht. Boven aan de trap, die met alpiene tropeeën en reclameplaten van verschillende bergbanen is versierd, werden wij door Dr. Dübi ontvangen en welkom geheetien, terwijl de heer Montandon zich verder ten taak stelde ons in het museum rond te leiden.

Er is veel merkwaardigs te zien, niet alleen op wetenschappelijk, of cultuur-geschiedkundig gebied, maar eveneens van uit een puur alpinistisch oogpunt. En wat bovenal lof verdient, is zeker wel het feit, dat men bij het sajnenstellen, van deze collectie in de eerste plaats acht heeft geslagen op de kwaliteit der tentoongestelde zaken en niet op de kwantiteit, zoodat de leek voor geen verwarrende opéénhoopmg van details komt te staan, maar een duidelijk overzicht krijgt van de verschillende onderdeden van alpiene-takken van wetenschap. Ook bij het catalogiseeren is dit in het oog gehouden; in de rubriek: mineralogie, b.v. heeft men er van afgezien om de steensoorten volgens het in natuurkundige musea gebruikelijke chemische systeem te rangschikken, en dit volgens de natuurlijke groepen gedaan. Hierdoor wordt het den alpinist duidelijk welke gesteenten hij gedurende zijn omzwervingen zal kunnen vinden in het graniet, in het kalkgebergte of in het leisteen.