omkwamen, en sindsdien zocht men naar een nieuwe route. Dr. Dübi volgde in 1873 met Christian en Peter Lauener en in 1881 met Peter Lauener en Fritz Fuchs twee nieuwe variaties van de oorspronkelijke route, maar hiermede was evenmin het probleem opgelost. Eerst den 2isten September 1885 werd de thans gebruikelijke route ontdekt door eenige gidsen uit Wengen en Lauterbrunnen, n.l. Fritz en Hans von Allmen, M. Brunner, F. Graf, K. Schlunegger en J. Stiiger. 1)

Men heeft op deze vier hoofdroutes eenige interessante, variaties gemaakt. In het jaar, 1862, ontweken twee verschillende partijen kort na elkander den Bergschrund onder het Rottalsattel: den 20sten Juli n.l. hakte Thioly met de gidsen A. Walther en J. Minnig een weg in de ijshellingen van den Oostwand, 2) terwijl den 2den Augustus C. H. Pilkington, C. S. Parker en Russell Stephenson met Christian Michel, B. Nageli en P. Rubi ongeveer dezelfde route namen. ®) De variaties van Dr. Dübi op de Zuidwest-graat zijn reeds hierboven genoemd.

De expeditie over den Guggigletscher op den iBden Augustus 1878 van J. Baumann, G. F. Vernon en G. Fitzgerald met Hans Baumann, Peter Egger en Christian Inahnit verdient bijzondere aandacht, daar zij, van af het Hochfirn links houdende, door een sneeuwcouloir de nog onbetreden Noord-Oostgraat even onder den top bereikten.

Een roemrijke overwinning viel Albert Weber met Hans Schlunegger ten deel door de bestijging van de geheele Noord-Oost-graat van af het Jungfraujoch op den 3isten Juli 1911. Bijna een eeuw was er verstreken sinds den 3<ien Augustus 1811 de eerste menschen den Jungfrau-top hadden betreden. Hier had de berg zich tot nog toe onbedwingbaar getoond en alle pogingen om dit bolwerk te bestormen waren vruchteloos geweest. Slechts éénmaal, in 1903 was door C. F. Meade met Ulrich en Heinrich Fuhrer de afdaling volbracht. «)

1) Zie Jalirbuch S. A. C. XXI, blz. 89.

2) Zie Eclio des Alpes. 1865. No,. 2, blz. 1.

3) Zie Alpine Journal Vlll.'Appendix, blz. 45; XVII, blz. 400—402.

4) Zie Alpine Journal IX, blz. 112.

5) Zie: XVI, .Jaliresbcriclit A. A. C. Z., 1911, blz. 28.

6) Zie Alpine Journal XXI, blz. 559.