Het is waar, wij gebruiken onze rustdagen lang niet allen op dezelfde wijze. Zoo luiert Knottenbelt bij voorliefde, al schrijvende zoowel kaarten i) als brieven; al lezende in de „Rotterdammer”, ik geloof over kamer-politiek, of ander rumoerig onderwerp, studeerende in „Baedeker” of „Conway-Guide”; al in- en uitpakkende; al koopende, foto’s, vruchten, proviand of familie-verblijdende snuisterijen en geschenken al ergerende zich zelf aan brutale Amerikanen. En ik, ik luier bij voorliefde al niets doende, zittende in een makkelijken stoel, kijkende naar, of in zoeten dommel droomende over de bergen; vruchten etende van de vruchten die Knottenbelt kocht; rookende van de weinige fijne Hollandertjes, die hij nog heeft overgehouden. Maar eerlijkheidshalve moet ik er bij voegen, dat, moge mijn manier van luieren aanlokkelijk zijn, die van Knottenbelt bepaald practischer is, want ials de fijd aanbrak, dat wij de rugzakken moesten omhangen, dan zei hij: „Zie zoo, ik ben klaar,” terwijl ik mij in een agitanten toestand van koopen en pakken bevond en vertrok met het benauwend gevoel, dat ik mijn familie en kennissen te kort had gedaan. En óók zou men het geheel bij het verkeerde eind hebben als men dacht, dat mijn reisgenoot niet wist wat rust-nemen of gezelligheid was. Hij deed af, wat hij zich tot dagtaak had .gesteld nooit boos wordende om de vruchtelooze pogingen, die ik wel eens aanw'endde om hem te verleiden, maar dkn, dan pakte hij zijn boeltje te zamen, en dan werd hij de gezellige sympathieke reisgenoot en kameraad, die oorzaak was, dat de herinneringen aan de reizen, die wij samen ondernamen, zoo onvermengd genotvol, zoo onverflauwd helder in mij blijven voortleven.

Niet de samen doorleefde gevaren, vermoeienissen, avonturen alléén vormen den band van vriendschap die zoo vaak onder alpinisten wordt gevonden, maar evenzeer de samen genoten uren van rust, en bovenal de herinnering aan al die feiten en al die oogenblikken, die een altijd voortvloeiende bron vormen die steeds weer dezelfde momenten, mooier en verfijnder als gezuiverd van alle onreinheden terug geeft en

i) Géén prentbriefkaarten.