velden en verderop geröll; dat duurde ongeveer 11/2 uur en toen besloten we even wat te eten, hetgeen sinds 3 uur s morgens niet gebeurd was. Onze korte rust zou er echter een gedwongen van drie kwartier worden, want opnieuw betrok het weder en kwamen van uit Wallis zware wolken opzetten, die weldra aanvingen zich te ontlasten. We waren nu wel verplicht om te keeren, want .Mani weigerde beslist het ± 200 M. lange couloir met slecht weder te betreden. Maar... geen 5 minuten waren we op den terugweg, of als met een tooverslag brak de donkere lucht; besluiteloos bleven we een oogenblik staan; we werden nu al 6 uur heen en weer geslingerd! Toch zouden we het nog eenmaal maar nu ook voor het allerlaatst beproeven, en zoo waren we om kwart vóór 9 bij onze ontbijtplaats terug, juist drie kwartier hadden we verloren. Over rotsen en kleine sneeuwpartijen naderden we nu het couloir, dat echter aan de Zuidzijde van den berg ligt en eerst zichtbaar is, als men er bij is. Tegen half tien was het, toen de beslissing zou moeten worden genomen, over al dan niet vervolgen van den tocht. Tot onze groote vreugde was de toestand van het couloir zeer gunstig, de sneeuw hard, en lawinegevaar uitgesloten. Regelmatig en snel klommen we naar boven, ons meestentijds aan ,de linkerzijde van het couloir verzekerende, waar goede grepen in ~ overvloed voorhanden waren. In een klein half uur waren we op de graat. Het gevaarlijkste deel van den tocht ,was nu achter den rug, echter in geenen deele het moeilijkste, want de nu volgende rotsen boden moeilijkheden van allerlei aard, van tijd tot tijd afgewisseld door een sneeuwgraat. Over het algemeen was het gesteente niet slecht, toch was voorzichtigheid geboden en troffen we het, geheel alleen te zijn, waardoor gevaar voor steenslag uitgesloten was. Van ii.15—11.30 uur wordt op de sneeuwgraat wat gerust en dan vangt de laatste étappe aan; nog een lastige klimpartij en de laatste onschuldige sneeuwgraat is bereikt; langs deze komen wij om 1.20 uur op den top (3711 M.) Het weder was, sinds we het couloir verlaten hadden, niet ongunstig geweest, tenminste droog, maar telkens opkomende nevel belette elk uitzicht en op den top was het zoo vinnig koud, dat we zonder een oogenblik te verliezen, alleen de