de nog niet zo lang geleden aangelegde Sudetejideutschen Höhenweg, welke van het Kals-Matreier Törl naar de Sudetendeutsche Hütte loopt en juist deze weg en deze Hütte zijn het, waarop ik de bijzondere aandacht zou willen vestigen. De afstand van het Kals-Matreier Törl naar de Sudetendeutsche Hütte bedraagt ongeveer 4J/2 uur. Het is een smal algemeen goed onderhouden pad, dat af en toe enige bergeryaring eist.

Eerst stijgt de weg een weinig door Almweiden tot op de Pfarabichl (topteken op 2385 m hoogte), vervolgens loopt de weg vrijwel horizontaal langs prachtige, zeer steile grashellingen, nagenoeg vlak onderlangs de graat van de Blauekopf. Dan volgt een splitsing. Het beste neemt gij de weg rechts naar boven over de Scharte en daalt daarna aan de andere zijde van de Scharte af naar het Hohe Tor (2475 m). Een klein gedeelte vlak achter de Scharte is zeer steil en uitkijken is hier, evenals altijd in de bergen, de boodschap. Het gesteente heeft hier schitterende kleuren, van paars tot groen. De weg loopt vanaf het Hohe Tor vervolgens langs de Kofelkopf en de Kendl Spitze en stijgt tenslotte nogmaals langzaam in een wilde ketel naar boven tot in de Scharte. De Sudetendeutsche Hütte wordt zichtbaar. Een korte afdaling, langs een zeer steile, van Drahtseil voorziene rotswand begint hier. De afdaling duurt ongeveer 10 minuten. Gij hebt dan de voet van de wand bereikt en bevindt U op de hoogvlakte onder aan de Gradötz Kees, waar de Sudetendeutsche Hütte op 2685 m is gelegen. Het laatste stuk gaat langs rotsblokken en vele kleine sneeuwveldjes en na ongeveer een kwartier hebt gij het doel bereikt. De hut is nieuw en comfortabel ingericht, ligt zeer mooi, vlak bij een klein helder bergmeertje en vanaf de hut hebt gij het gezicht op de gehele Muntanitzgroep en op de rotswand, waarlangs gij zojuist omlaag zijn gekomen. Ongelooflijk, dat daar de weg langs loopt. Als gij het niet wist zoudt gij het niet kunnen geloven. Toen ik eind Juli 1951 in de hut aankwam, begon het juist te sneeuwen. Het was koud en guur. De ontvangst was allerhartelijkst en de prettige indruk, die de Hüttenwirtin en haar beide nog jonge zoons op mij maakten, zal ik niet gauw vergeten.

De volgende dag lag er 10 cm Neuschnee, het was onbeschrijflijk mooi.

Zware nevels trokken uit het dal omhoog, het zicht werd slecht en in verband daarmee ging de tocht terug naar het Hohe Tor en vandaar, weer bij zonneschijn, steeds maar omhoog over Almweiden en door bossen naar Grossdorf en Kals. Bij goed weer en dito zicht kunt gij ook over de Grodötz Kees via het Kalser Tauernhaus naar Kals afdalen of met gids de omliggende toppen van de Muntatitzgroep beklimmen, voor welke groep de hut het uitgangspunt is. De normale toegangsweg naar de hut loopt vanaf Matrei direct omhoog uur). Waarom ik U de boven omschreven Sudetendeutsche Höhenweg zo zeer aanbeveel? Om het prachtige uitzicht, dat gij langs de gehele route hebt, èn om de weg zelf, welke zoveel afwisseling biedt, vooral, om de vele bloemen, die gij onderweg zult vinden. Hier ziet men het blauw van de gentianen en daar het geel van de Parnika en zelfs bloeit er de zo zeldzame en beschemde Edelweiss. Doch waar deze precies staat, vertel ik U niet, dit moet gij zelf ontdekken.

Ir. K. A. BAZLEN