Het was dan ook een nachtmerrie. Het ijs was in alle richtingen gespleten, waarbij we bovendien moesten oppassen niet op sneeuwbruggen te trappen, die hier veelvuldig aanwezig waren. Dick en Paul maakten reeds spoedig kennis met deze gevaarlijke dingen. Beide malen liep het goed af, doch het maakte dat enkelen onzer onzeker werden en met angst in het hart achter de gids aankwamen.

Tenslotte kwam het reeds lang verwachte sein van Emil: ~Eisen anlegen". En vanaf dat moment ging het iets beter, hoewel de peilloos diepe spleten, met hun donkere muilen, naast de prachtig groen-blauwe ijstorens, hoog als huizen, niets van hun gevaarlijkheid hadden verloren. Bij het oversteken van een tamelijk steil hellinkje verloor Johan zijn hak, hetgeen voor hem, die zonder stijgijzers werkte, funest kan worden. Gelukkig was het ergste nu achter de rug en na een nog wel steile, doch enigszins houvast biedende afdaling te hebben gehad, bereikten we de morenen aan de overzijde. Nu nog een tocht over geröll en stenen en we bereikten de hut, waar de rest van de groep ons in angst en vreze afwachtte.

Om tien over zes vertrokken, kwamen we precies zes uur aan. Een tocht van bijna 12 uur. We hadden die dag de Silvretta in al zijn schoonheid, doch tevens met al zijn gevaren leren kennen. En hoewel er angstige momenten waren geweest, zou toch geen der deelnemers deze oversteek hebben willen missen.

H. J. W. DEN AANTREKKER

MET DE CAMERA

Wanneer de dichte sneeuwwolken langzaam langs de berghellingen dalwaarts dalen, zijn slechts enkele uren nodig, om het Alpendorp toe te dekken met een wollig sweeuwtapijt. Zo ziet het er dan uit in Altaussee, het eenzame dorpje in het Ausseeërland, weggedoken in een krans van hoge bergen, waarboven als een reus de Dachstein waakt.