gen, links van ons. Van de Grosse Zinne zelf, ons doel, was van zo dichtbij slechts een gedeelte van de oostelijke wand te zien. De toegang hiertoe werd vergemakkelijkt door een kloof, die op een honderd meter van de zuidelijke rand in de brede puinstroom uitmondde. Via een enige meters verderop gelegen Rinne (goot) konden wij in deze kloof komen. Hier begon de eigenlijke beklimming. Wij bonden ons het bergtouw aan en Jan nam de eerste touwlengte voor zijn rekening. Ik volgde en zo klommen wij in de kloof omhoog naar een kleine Scharte tussen een voortopje en de enorme Zuidwand van de Grosse Zinne. Een „ausgesetzte”, maar door de aanwezigheid van goede grepen toch niet moeilijke traversering, bracht ons van hier in de zuidwand zelf.

Beklimmingsroute over de zuidwand van de Grosse Zinne

Wij bevonden ons nu op de onderste van de twee horizontale banden, die op ongeveer 1/3 en 4/5 van de hoogte de gehele Zuidwand van de Grosse Zinne bestrij-

Vanaf deze band konden wij door interessante Kletterei, deels over de wand zelf, deels door enige Rinnen hierin, goed omhoog komen. Na 100 a 150 meter stijgen, kwamen wij op een hellend terras. De routebeschrijving sprak nu van een zwarte kloof, die van hieraf duidelijk zichbtaar moest zijn. Daar er echter minstens vijf kloven, over de gehele wand verspreid, hoog boven ons te zien waren, waarvan er geen uitgesproken donkerder was dan de andere, stonden wij enige tijd besluiteloos. Wij hadden echter geluk; aan de voet van een der grootste kloven waren plotseling twee figuurtjes zichtbaar, die zich tegen de berg opwerkten, waaruit wij opmaakten dat dit wel de juiste route zou zijn. Het kostte een klein halfuur om de voet van deze kloof te bereiken. Deze bood zelf geen goede route, doch direct rechts ervan was het begin van een ca. 25 meter hoge en practisch loodrechte Kamin (schoorsteen). Daar deze geheel glad was, moesten wij door „stemmen” erin omhoog komen. Dit kwam hier op neer, dat je je met rug en handen aan de ene wand en met de voeten aan de andere wand vastklemde en je met stukjes en beetjes omhoog schoof. Dit wel moeilijke, maar practisch ongevaarlijke stuk vormde een van de meest interessante delen van de tocht.

De Kamin had ons op een kleine Scharte gebracht. Vandaar leidde de enige weg omhoog langs een loodrecht stukje wand, dat zeer arm aan grepen was. Het was nog vroeg op de dag, de zon scheen heerlijk en ik voelde mij in prima conditie toen ik als eerste de beklimming ervan begon. Dit was pas