lager het water, wel een beetje ongewoon als je zo regelrecht uit Holland komt. Voldaan keerden we in de hut terug.

Stelt u geen goede weg naar de Preekstoel voor. Het is een goed, door rode strepen aangeduid voetpad, over rotsen en steen, over beekjes en langs meren en moerassen en watervallen. Vegetatie voor mij teleurstellend, voor mijn vrouw niet. Het bos bestond, gelijk in Holland, uit grove dennen, hogerop uit berken en elzen. Voorts zagen we alle soorten heide, bosbessen, vossebessen, jeneverbesstruiken etc. Kortom, het rook er niet naar de bergen, het rook er naar de Veluwe, naar Hoog-Soeren. Meeuwen vlogen om je heen, voor ons een ongewoon schouwspel om deze vogels in de bergen te zien.

De derde dag liepen we vanaf de Preekstoelhut in 1 Va uur naar Refsa aan de Lysefjord, wachtten daar op de fjordboot, die er die dag langs zou komen en voeren met de boot naar Lysebotn. Onbeschrijfelijk mooie tocht. Wel wat hoog die Preekstoel, zo vanaf het water gezien. Half twee waren we in Lysebotn. We hadden geluk. (Doch iedereen schijnt dit geluk te hebben). We konden met een vrachtauto mederijden naar boven richting Nilsebuhut, ons volgende doel. Een mooi traject over een pas aangelegde weg ten behoeve van waterkrachtwerken, die aldaar in aanleg zijn. Gestadig ging het naar boven in een sprookjeswereld, in een andere wereld dan we gewend waren. Bij een paar barakken stopten we na ongeveer twee uur te hebben gereden. Toen moesten we nog een half uur lopen. Een fooi kon ik met moeite kwijt. Een paar vissers, die eveneens met de auto waren medegereden liepen met ons op.

Na het halve uur, aan het einde van de weg, kwamen we aan een groot meer, km lang, omgeven door rotsen en watervallen. Of we maar roeien wilden. In de verte zagen we inderdaad een roeiboot, maar door de kijker bemerkten we, dat ze wegvarende was. Wanneer zou er weer een boot terugkomen? Ook hier hadden we geluk. Na verloop van een uur roeiden we naar de overkant, over diep blauw water met een voor ons Hollanders ongekende helderheid. De hut werd al roeiende groter en groter, links van de hut stroomde een rivier in het meer, rechts eveneens één en beide met watervallen waar je in Zwitserland minstens 1 fr. voor had moeten betalen om ze te mogen zien. Daar niets bijzonders. Weer gastvrije ontvangst, weer een goed verzorgde maaltijd, een zindelijk nachtverblijf en een overvloedig ontbijt. Daarna begon de clou van de reis: de tocht van hut tot hut door de bergen van Noorwegen.

Nilsebuhut 760 m Blafjellhut 1050 m Undeknuthut 1000 m Stranddalhut 980 m Sandsahut 600 m Kvilldal 100 m, tochten van respectievelijk volgens Noorse rekening 7, s'/2, 5, S'/a en uur. We deden er echter wat langer over.