De Voorzitter der Haagsche Werkgemeenschap

Een interview met Prof. Mr. Dr. H. Westra

* EN ruim, hoog, statig vertrek in het oude ’ssGravenhaagsehe stadhuis. Aan de wans den twee enorme doeken van ouds Hollandsche meesters, voorstellende de Haagsehe magistratuur op twee verschillende tijdstippen in de zeventiende

en achttiende eeuw, kloeke Hollandsehe koppen in den stijven zwier van hun plooikragen.

Achter ’n breede, monumentale tafel hun nazaat, prof. mr. dr, H. Westra, de huidige burgemeester van de hofstad, die onmiddellijk oprijst en ons met den gemakkelijken eenvoud, die den oud=lndisch= gast verraadt, welkom heet. Eindelijk zal het be* loofde onderhoud dan kunnen plaatsvinden, want

De Burgemeester van Den Haag, Prof. Mr. Dr. H. Westra, Voorzitter der Werkgemeenschap der Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap

al zal dit bezoek in de eerste plaats den president van de Haagsehe Werkgemeensehap gelden, de dagen van den burgervader van ’ssGravenhage zijn er niet minder gevuld om en het is passen en meten om nog ergens een vrij uur te vinden, waarbij we

dan maar mogen hopen, dat het onderhoud niet op het laatste oogenblik door de welhaast gebrul* kelijke onvoorziene omstandigheden wordt getor* pedeerd.

De naam van prof. Westra wijst op zijn afkomst uit de Noordelijke provinciën, maar de stroeve ontoegankelijkheid, die hun bewoners zoo dikwijls kenmerkt, is hem vreemd. Daarvoor heeft hem