Zorgen en plannen van een Museumdirecteur

EEN ONDERHOUD MET Dr. D. HANNEMA

Het bordje in de hal vermeldt in twee talen, dat dit gebouw op bevel van den Fübrer als kunstwerk onder bescherming is gesteld, en omdat bovendien bet onberekenbare lot temidden

van bet zoo zwaar getroffen Rotterdam bet mu? seum Boymans vrijwel ongerept beeft gelaten, kunnen wij op dezen zonnigen voorjaarsdag in een der ruime vertrekken plaatsnemen tegenover de rijzige figuur van den directeur, dr. Hannema, een kunstkenner, een kunstliefhebber (dat gaat in dit geval samen), zooals ons land er slechts weinige bezit.

Een energieke, al eenigszins grijze kop, een rus» tige betoogtrant, sober gebaar van de expressieve banden dat is de man, die nu al sedert 1921 de

Het Boymans’ Museum in Rotterdam (achterzijde)

leiding heeft van een museum, dat onder hem is uitgegroeid tot een der beste van Nederland, van Europa. Het museum is met dr. Hannema gegroeid of hij met het museum, zoo ge wilt. Toen in 1935

het nieuwe gebouw zou worden gesticht, heeft hij met de arehitecten een rondreis gemaakt door Europa, rond 80 musea bezocht om in hoofdzaak te zien, hoe het niet moest; maar nu staat daar in Rotterdam ook een museum, dat een voorbeeld is tot ver buiten onze grenzen. Talloos zijn de aans winsten, die dr. Hannema in de laatste twintig jaar voor zijn museum heeft verworven.

Hoe kon U eigenlijk al die aankoopen doen ?

ln hoofdzaak door schenkingen van particus lieren, zegt dr. Hannema. Particulieren en vereenh