EEN TOCHT LANGS DE MAA'

Wat is neet in drei waörd te vertèlle”, zal de Limburger misschien antwoorden, als men hem vraagt iets te verhalen over het landschap en de steden van zijn gewest. Inderdaad valt er over Limburg heel wat te vertellen en wanneer U met ’n goeden prater wat de Limburger meestal is te doen hebt, zult U zeker geboeid toeluisteren. Maar beter nog dan door erover te hooren spreken, leert U Limburg kennen door het te bezoeken. Laten we samen een reis door Limburg gaan m.aken, maar niet per trein! Wie Limburg goed wil leeren kennen, moet er te voet of per fiets doortrekken. Daar we ten volle van de schoonheden vaneen onzer mooiste gewesten willen genieten, halen we dus, wanneer op ’n zonnigen Juli-ochtend onze trein in Nijmegen stopt, onze fietsen uit den bagagewagen en ’n half uurtje later peddelen we over den weg naar Mook. wm • –

Hoewel 't nog 'teme£ljl; vroeg m den morgen is, geeft de zon toch al flink warmte. Langs den weg wisselen korenvelden af met stukken dennenbosch en heide. We komen door Mook, bekenden naam in onze vaderlandsche geschiedenis. Op de Mookerheide sneuvelden Lodewijk en Hendrik van Nassau voor de zaak der vrijheid. Via Gennep en Afferden loopt de rijksweg naar Venlo.

Zooals overal in Noord-Limburg is het land vlak en bestaat uit zandgrond. Op vele plaatsen loopt de weg evenwijdig met de Maas, die tusschen haar groene oevers zooals het Limburgsche volkslied dat uitdrukt „statig zeewaarts vloeit”. I – ■_!

Het loopt tegen twaalven, als we Venlo binnenrijden. Venlo is bekend als de stad van Valuas en zijn vrouw, het reuzenechtpaar, dat, volgens de legende, in overoude tijden de stad gesticht heeft. Gedurende de vastenavonddagen trekken Valuas en Geertrui nog samen door de straten in de gedaante van twee reusachtige poppen. Aangezien onze magen duchtig knorren, stappen we van onze fietsen en gaan op het marktplein een restaurant binnen. We hebben onderwijl reeds gelegenheid gehad het fraaie raadhuis te bewonderen]

f : Achter Venlo wijken we af van den grooten weg in Westelijke richting en nu leeren we eerst goed het karakter van Noord-Limburg kennen. Langs binnenwegen en over rulle zandweggetjes, waar we meer dan eens van de fiets moeten stappen, gaat de tocht door verschillende dorpjes, langs eenzame stukken heide en naaldbosch, waar de warme zomerwind de toppen der dennen heen

en weer wiegt. Als we tenslotte in de omgeving van Baexem zijn aangeland, veranderen we van richting en komen in het dorp Horn, waar het kasteel ligt der graven van Horn. Het laatste lid van het geslacht van Hoorne, dat het kasteel bewoonde, was Philips, die in ’t jaar 1568 te Brussel op last van Alva werd onthoofd, tezamen met den graaf van Egmond. De spits van den met klimop begroeiden toren rijst hoog boven het geboomte uit in de diepblauwe lucht. Het kasteel ligt daar, als droomde het van vroeger tijden, toen op zijn binnenplaats nog de paarden trappelden van de heeren van Hoorne. I

De zon staat al dicht bij de kim als we ’n kwartier later Roermond binnenrijden. Hier bewonderen we de kunstschatten van de kathedraal en bezichtigen de Komaan-

7. LIMBURCSCH LANDSCHAP.

2. HELPOORT MAASTRICHT.

3. BOERDERIJ EINRATH TE HOLSET BIJ VAALS. 600 JAAR OUD 400 JAAR IN FAMILIE-BEZIT {EIGENAAR J, NICOLAYE).

4. MUNSTERKERK IN ROERMOND.

5. BINNENPLAATS LIMB. BOERDERIJ.

6. VERGEZICHT VANAF DEN ST. PIETERSBERG. LIMBURG.

7. MAASTRICHT ST. SERVAASKERK {WESTBOUW).