M.

TIJDSCHRIFT VOOR OPVOEDING EN ONDERWIJS

4e JAARGANG

12 OOGSTMAAND – AUGUSTUS 1944

No. 8

Opstelraad: Koningin Mariastraat 24, 's-Gravenhage Tel. 722548. Tel.-adres Avlon. Giro 452370 (t.n.v. Avlon) Abonn., adm. en copy aan A. Lapperre Organisator

Opstellerst J. Hettema, Vinkevcen, Hoofdopsteller (verantwoordelijk voor den inhoud) G. F. Vlekke, Nijmegen C. Brouwer, Amsterdam

Advertentie-administratie: Oude Gracht 172, Utrecht. Tel. 11851 Inzending advertenties tot Maandagmorgen Ie post in de week van verschijnen.

INHOUD VAN DIT NUMMER : Onze opvoeders, door R. v. d. Mei pag. 143 Wat geven wij mee voor het leven ? door Dr. M. H. Werther ~ 144 Een praatje bij den haard, door J. C. Feij 146 De eerste Romaansche St. Jan, door L. G. Weldering „ 147

De waarde van de verschillende takken van sport voor de gezondheid, 111, door Joh. Bongertman n 151 Recht en Wet t» 153 Uit de Organisaties ~ 155

Departementale berichten 156 Personalia t> 156

Lijst van vacatures »» 156 Zingen •> I^o

BIJ DE VOORPLAAT

In de vacantie moet de Jeugd volop gelegenheid krijgen om van de natuur te genieten. Het is de taak van de opvoeders daaraan mede te werken. Onze jongens en meisjes hebben recht op een onbezorgde jeugd.

ONZE OPVOEDERS

Boven de deur van een kerk las ik: „In deze plaats zal ik vrede geven’': en ik kreeg in de woelige tijden, welke wij thans beleven, de behoefte om nader ken-

nis te maken met die plaats. Op Zondagmorgen, den zestienden Juli, bezocht ik de Nederlandsen Hervormde Kerk aan den Huizerweg te Bussum, waar Ds. .... voorging. Hij sprak onder meer het volgende:

„Mijne broederen en zusteren, terwijl wij psalm zooveel vers zooveel zingen, zullen de diakenen een collecte houden ter verzorging van degenen, die achterbleven, toen de mannen naar vreemde landen moesten om te werken, ver van huis en ver van allen, die hun dierbaar zijn. De nooden zijn groot en vele. Ik heb hier voor mij liggen een brief, welken ik U zal voorlezen. Er is reeds veel door U gegeven, maar dagelijks moeten er nog meer mannen weg en dagelijks stijgt de nood! (Waar blijft het loon, dat de mannen verdienen?) Ik zeg dit alles, terwijl ik weet, dat velen van U ter kerke komen met afgepast geld. Misschien zijn er ook enkelen, die iets meer kunnen missen. Welnu, geeft, zooveel ge kunt; ik beveel deze collecte warm bij U aan. Laten wij thans bidden. Heer, Onze God, wanneer wij straks dit kerkgebouw verlaten, wees Gij dan met ons. Zorg, dat wij niet doen als Elia, toen hij de boodschap van de slechte Izébel ontving, dat ze hem zou laten dooden, omdat hij op den berg Karmel haar priesters slachtte en haar godsdienst in opspraak had gebracht. De sterke man, die nooit bang was, die altijd rechtuit ging, die vertrouwde op Hem, ook in de moeilijkste oogenblikken, keek één enkele maal den verkeerden kant op; hij werd angstig en vluchtte naar de woestijn. Onder een jeneverboom zette hij zich neer en sprak: Het is genoeg, neem nu, Heere, mijne ziel, want ik ben niet beter dan mijne vaderen, (zie I Kon. 19). Mijne hoorders, één enkel oogenblik verloor Elia het vertrouwen in God den Heer en daar zat hij nu als een toonbeeld van moedeloosheid en verslagenheid!

Ook wij kijken wel eens den verkeerden kant op; wij praten wel eens te veel. Dan praten wij ons in de zorgen en maken elkaar in deze kommervolle tijden angstig. Kijkt den anderen kant op, vertrouwt op den Heer, die voor ons allen zorgt! O, het is goed, dat wij hier in Gods huis bij elkaar komen om met elkaar te spreken. Laat ik, als Gods afgezant, U den rechten weg wijzen en U den goeden kant leeren opkijken.

Heer, bescherm ons land, ons volk, ons vorstenhuis en allen, die i n de concentratiekampen zitten. Amen.”

De gemeente stond op en terwijl ik met haar het kerkgebouw verliet, vervolgde ik in gedachten het gebed van den dominee ....... „en allen, die in de concentratiekampen zitten.”

Bescherm, o Heer, de die het voedsel opkoopen en het met duidenden guldens winst overdoen aan de rijken, terwijl de werkman met zijn vrouw en kinderen moet leven van datgene, wat de bonnen hem opleveren!

Bescherm, o Heer, de clandestiene slachters, die het vlees ch laten verdwiinen in de keukens van de kapitalisten!

Bescherm de geiten- en schapendieven, die in den nacht van de buren en mede-arbeiders het eenige stelen, dat hun in deze tijden van dienst kan zijn!

Bescherm degenen, die opruiende taal spreken en schrijven en de onbezonnen jeugd overhalen tot daden van sabotage, tot ongehoorzaamheid aan het gezag, tot terreur en moord op hunne volksgenooten! O Heer, bescherm al het tuig, dat in Vught en Buchenwalde opgesloten zit, bescherm de onderwereld, de zonde en den chaos! Alles tot heerlijkheid van Uw naam, tot bloei van de Kerk en ter eere van Jezus Christus, die zijn bloed gaf om ons allen uit dien poel van ellende te redden!