Toespraak van het hoofcl van het opvoedersgilde Prof. Dr. J. Jeswiet

Nadat kam. Jeswiet de aanwezigen, vrouwelijke leden van het Opvoedersgilde, had welkom geheeten, oehandelde hij de vraag:

Welken invloed kan de Nationaal-Socialistische onderwijzer in de school uitoefenen ? Met enkele voorbeelden wilde prof. Jeswiet aantoonen, dat ook in de lagere school de onderwijzeres de kinderen in Nationaal-Socialistischen geest kan opvoeden, indien slechts de overtuiging van de leerkracht het onderwijs doordringt.

Het geschiedenisonderwijs is al iets veranderd: vroeger begonnen alle jaartallenboekjes 100 j. v. Chr. De Germanen komen in ons land.

Nu zijn ze er al 2.000 j. v. Chr.

Ook het aardrijkskunde-onderwijs moet op anderen grondslag, meer in de richting van heemkunde, worden geplaatst. Indië, voor ons volk van zóó veel belang, werd slecht onderwezen. Der jeugd moeten de groote eigenschappen van ons voorgeslacht voorgehouden worden in schitterende voorbeelden; eenvoud en moed in personen als Claudius Civilis, Willem van Oranje, Kenau Simons Hasselaar, Barents*, De Ruyter.

De tijden waren groot, toen Johan de Witt en Willem 111 door hun politiek en de bemiddeling der vloot geschillen konden slechten.

leder geschiedenisboek geeft bewijzen te over, dat Engeland onze eeuwenoude vijand is.

In de Middeleeuwen hebben de Nederlanden een taak gehad in Oost-Europa. Na het verlies van Indië moeten we daar weer een toekomst bouwen, in een nieuw Europa, in een groot Germanje, waartoe mogelijk ook Engeland eens zal behooren, indien het anders geregeerd wordt.

Indië werd in ons aardrijkskunde-onderwijs slecht bedeeld. Toch waren de Nederlandsche koloniën en hun bestuur een openbaring voor de 1200 deelnemers aan een congres in Bandoeng, die uit alle deelen der wereld kwamen en de Engelsche, Fransche of Aroerikaansche bestuursmethoden kenden. Java had na het Engelsche tusschenbestuur in 1820 ongeveer 5 millioen inwoners, nu 40 millioen. Besmettelijke ziekten zijn bijna verdwenen.

In heel Indië worden een zeventig talen gesproken. Op de scholen wordt onderwijs gegeven in de eigen taal, de boeken zijn gedrukt in de daarbij behoorende letterteekens. Op Java is bij iedere school een bibliotheek met Nederlandsche, Javaansche of in het Javaansch vertaalde boeken. Hier

blijkt, dat de Javaan graag boeken leest uit den riddertijd, b.v. „de Schaapherder" van Oltmans werd veel gevraagd. Hongersnood kwam zelden voor, daar de regeering o.a. ook toezicht hield op het planten en verzorgen van de rijst. Indië werd bestuurd volgens eigen wetten. De invoering van Nederlandsch (= Romeinsch) recht is een ernstige fout geweest.

Na dezen oorlog zal er een zware tijd komen voor Nederland zonder koloniën. De leerkracht moet ook opkomen tegen de meening, die men wel eens hoort uitspreken: „landverhuizers zijn het uitvaagsel van een volk”. Meestal waren het integendeel menschen vol energie, die geen uitweg vond in ons kleine land. Men vond Nederlandsche schepen met Nederlandsche zeelui in alle havens.

In de Vereenigde Staten vindt men bij Michigan Lake huizen precies als in Noord-Holland. In alle tropische of subtropische geoieden, waar Nederlandsche boeren gekoloniseerd hebben, vindt men huizen van een zelfde type, aangepast aan de streek. In allerlei geweien Nederlandsche gebieden vindt men meer dan honderd kranten in de Nederlandsche taal. Wanneer de huidige gebeurtenissen ter sprake komen, moet er ook de aandacht op gevestigd worden, hoe groot in vroeger eeuwen de Nederlandsche invloed is geweest in steden als Danzig, Narwa e.a.

Men geve heemkunde-injecties overal waar het op zijn plaats is, nu heemkunde nog geen afzonderlijk vak is. De kinderen moeten weer trotsch worden op hun Germaansche afkomst.

Bepaalde plantengemeenschappen vindt men in streken met bepaalde grondsoorten; bepaalde menschentypen, bepaalde woningtypen blijken afhankelijk te zijn van de vegetatie. Wanneer men boerderij-typen in kaart brengt, valt deze kaart samen met de grondsoortenkaart.

Zoo brengt men den leerlingen de gedachte van „Bloed en bodem”, met als tusschenschakel de vegetatie. Zoo kan men langzaam aan naar het begrip „ras” redeneeren. De boer is heel belangrijk, maar ook de steden hebben tradities, streektalen, oude familienamen, die in bepaalde takken van bedrijf steeds weer voorkomen.

Na den oorlog zal de taak van Nederland zijn: doorvoer van goederen van overzee naar het Oosten. Het voornaamste is hier overal de overtuiging van de leerkracht, die doorklinke in alle lessen. S. G. WOUTERS

zich veel meer dan tot nu toe bezighouden met de ontwikkeling van het sociale gevoel en wel doordat zij, evenals in het gezin, de verstandelijke, technische en artistieke vermogens, karakter- en wilseigenschappen van de jeugd zooveel mogelijk in dienst van onderen stellen, of tenminste ze trachten te ontwikkelen in gezamenlijken arbeid met anderen, in plaats van ze te vormen alleen ten dienste van het individu zelf. Prof. Dr. G. KERSCHENSTEINER