VERSLAG van den eersten Landdag van het Opvoeders gilde in Noord-Brabant op Woensdag 28 Grasmaand 1943

Nadat de aanwezige leden elkander begroet hadden, opent de dlstrlctsvertegenwoordlger, kam. Baars, de bijeenkomst en heet den krlnglelder van Tilburg en de leiding van den Jeugdstorm In N.- Brabant welkom; benevens kam. Kakebeeke, die kam. Breedvelt, die door drukke werkzaamheden plotseling verhinderd was, zal vervangen.

Spr. schetst daarna de redenen waarom het Opvoedersgilde in deze provincie z’n kracht niet kan ontplooien en dat komt hierop neer, dat Brabant het Rome van Nederland is. de opvoeders afhankelijk zijn’ van de schoolbesturen en wat het betreurenswaardigste is: het ontbreekt hen aan moed en vrijheidszin. Als ze maar braaf naar den bisschop luisteren en verder geen standpunt innemen, zullen ze netjes hun bestaan behouden en de N.S.B. zal hun dan toch niets doen. Maar zullen diezelfde menschen ook gaan als diezelfde bisschop hen aanmaant naar Rusland te gaan om de communisten te bestrijden?

Dan geeft hij het woord aan kam. Kakebeeke als plaatsvervanger van Dr. Breedvelt.

Deze begint met de hartelijke groeten over te brengen van kam. Breedvelt, met diens belofte erbij vast en zeker de eerstvolgende bijeenkomst te bezoeken. Dan volgt een duidelijke en heldere uiteenzetting van het doel en de werkwijze van het zoogenaamde Voortgezet-Lager-Onderwijs en hieraan ontleenen we het volgende :

Bij besluit van den Secretaris-Generaal van O.W.K. werd het V.G.L.O. aan het bestaande lager onderwijs toegevoegd. De bedoeling is afzonderlijke kopscholen met eigen hoofd en aparte onderwijzers volgens de 30 schaal. Grootere gemeenten kunnen dat zelfstandig doen, kleinere gemeenten kunnen dat met elkander combineeren en zoo dat onmogelijk is, kan het 7e en 8e leerjaar aan de bestaande zesklassige lagere school worden toegevoegd, maar dan met hetzelfde hoofd en de 45 schaal.

Het eigen karakter van deze school toont zich in de vakken. Hoofdeisch is: 4 uur Duitsch en in iedere klas algemeene geschiedenis, daarnaast de gewone vakken van de L.S. Facultatief zijn handenarbeid, eenvoudige huishoudkunde, land- en tuinbouwkunde, wiskunde en handelskennis. Deze vakken worden gegeven al naar gelang het karakter van* de streek of de Miaats. I

Wie worden tot deze scholen toegelaten? Tot de U.L.O. worden toegelaten die leerlingen die het onderwijs in de lagere school met vrucht hebben doorloopen. Voor het V.G.L.O. moeten de leerlingen de zes klassen van de L.S. hebben doorloopen : met of zonder succes, dat wordt er niet bij vermeld. En hier liggen voetangels en klemmen. In het onderwijsprogram van den Leider vindt men den volgenden opzet: De eerste drie levensjaren is het kind in de onmiddellijke omgeving van de moeder en ontvangt van haar de eerste opvoeding. Moeder en kind zijn één. Dan volgt voor velen wel en voor anderen weer niet de kleuterschool; dit moet voor de kinderen een milieu zijn met zon en licht en gezondheid en vriendelijkheid. Dan de lagere school met vijf leerjaren. Hier dreigt men een botsing te voelen wat eigenlijk toch niet is, want men moet deze vijf jaren met vrucht hebben doorloopen voor men verder kan. Het nu bestaande zesde jaar is dan ad libitum, maar in normale omstandigheden zal een kind toch niet naar de zesde klas bevorderd worden als het daarvoor niet bekwaam is. Dan volgt volgens den Leider de splitsing in drieën: U.L.O. 2 jaar, M.U.L.O. 3 jaar en Volkskopschool 3 jaar, het ad libitumjaar wordt bij de kopschool gevoegd.

Volgens de bestaande onderwijswet moet in alle gemeenten voldoende L.O. in genoegzaam aantal scholen gegeven worden. Hier heerschen grove onbillijkheden en wantoestanden. Voor minder dan 12 leerlingen kan ontheffing gegeven worden. Voor bijzondere scholen is dat anders. In gemeenten met minder dan 25000 inwoners kan een aanvraag worden ingediend tot stichting van fóo’n school. Is daarbij een lijst met handteekeningen van 31 ouders, die zulks verlangen, dan

is de burgemeester verplicht daartoe z'n I medewerking te verleenen. I

Wat is nu het karakter van deze school? We leven in een revolutie-tijd, waarin veel ouds zich nog steeds handhaaft. Er zijn richtlijnen samengesteld door Hoofdinspecteur Welling, die nog niet uitgegeven zijn, maar verrassend is het dat daar zinswendingen in voorkomen, die zuiver nationaal-socialistisch zijn. Er is opvallend veel belangstelling van de katholieke zijde en dat is begrijpelijk als men bedenkt dat de katholieken vooral altijd heel veel studie van de psychologie hebben gemaakt. Ze kennen de psyche van het kind en weten heel goed dat de kinderen* van dezen leeftijd in de gevoelige periode zijn. En daarom moeten ze trachten deze jeugd te winnen, want ze kennen ook heel goed het woord: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Deze school geeft voor de groote massa van de jeugd eindonderwijs, maar er is een groot gevaar dat het een voorschool zal den voor het nijverheidsonderwijs en huishoudonderwijs; dat is absoluut niet de bedoeling, er mag wel eenigszins in die richting gewerkt worden, maar er niet op gericht zijn. En omdat het voor de groote massa eindonderwijs is, krijgen we

natuurlijk botsing tusschen de katholie-Ken en het Gilde. In deze jaren is de J jeugd dweeperig en sentimenteel en valt van het eene uiterste in het andere; maar met goede leiding is dit een prachtige vormingstijd. leder kind is verschillend door erfelijke geschiktheid en de invloed van het milieu waarin het is opgegroeid. Daarom moeten we komen tot uniform onderwijs. Om te beginnen een uniform geschiedenisboek, waarin niet pietluttige dingen als belangrijke feiten op den voorgrond treden, maar waar werkelijk onze groote helden en de mannen, die Nederland in Germaansch verband groot hebben gemaakt, de eereplaats krijgen die hen toekomt. M. A. de Ruyter was geen piraat, maar een held, eenig in de Nederlandsche historie! I

I De school draagt een nieuw karakter: het is een kweekschool; dat wil niet zeggen dat op andere scholen nooit gewerkt is, daarom beter doe-school, de kinderen krijgen actief onderwijs. Daarom zijn de vakken handenarbeid, huishoudkunde en handwerken van groot belang. En ook in dezen moeilijken tijd, waar materiaal ontbreekt, wat voor vele schoolbesturen een mooie uitvlucht is om ontheffing aan te vragen, zijn deze vakken best door te voeren. Duitschland heeft daarvoor z’n Einfachst-Schulung, maar die naam is voor vele Hollanders niet welkom en wordt bij ons, zeer passend gekozen, de Robinson-methode genoemd. Het is een

I NATIONALISME ■ VAN DE N.S.B. Een documentatie over liet tijdvak |H einde 1931 – zomer 1939 Hl verzameld door L. Lindeman tweede druk gebonden ■ 53.15 I Bezit U dit boek nog niet? Bestel het dan spoedig bij Uw hoek- H Het is een / NENASU f uitgave van: êI