Utrecht en omgeving wordt uitvoeriger behandeld.

Klas 2: Voortzetting van het onderwijs in klas i.

Aardrijkskunde:

Klas I : De globe, eenvoudige wis- en natuurkundige aardrijkskunde, zooals plaatsbepaling op de kaart (lengte- en breedtegraden), klimaat, jaargetijden, eb en vloed, zons- en maansverduisteringen. De landen van Europa. Begrip schaal.

Klas 2 : Voortzetting en herhaling van het geleerde in klas i.

De werelddeelen. Oost- en West-Indië.

Geschiedenis:

Klas I : De belangrijkste gebeurtenissen, die invloed gehad hebben op de ontwikkeling van het Nederlandsche Volk als deel der Germaansche Volkerengroep. De groote figuren uit de wereldgeschiedenis worden uitvoerig besproken.

Klas 2 : Als in klas i.

Het voornaamste omtrent inrichting van het tegenwoordig staatsbestuur.

. Het vastleggen van de meest sprekende jaartallen. Een goed inzicht van de wereldgeschiedenis na igoo.

Natuurlijke Historie : Klas I : Het menschelijk lichaam. Gezondheidsleer. Vormleer van de plant. Een en ander over de beteekenis van wartels, bladeren, bloemen voor het leven van de plant en van de plant voor voeding 'en gezondheid. Klas 2 ; Voortzetting en uitbreiding van het geleerde in klas i. Enkele dieren, in verband met het onderwijs in aardrijkskunde.

Natuurkunde:

Klas I ; Soortelijk gewicht. Enkele verschijnselen uit en toepassingen op het gebied van electriciteit en het magnetisme, electrische schel, electrisch strijkijzer, licht, telegraaf, telefoon, hefboomen, balans, stoommachines, benzinemotor, radio.

Klas 2: Voortzetting van het onderwijs in klas i. .

Zingen: Klas len 2; Het zingen van één- en meerstemmige liederen. De verplicht voorgeschreven liederen.

T eekenen:

Klas I en 2; Vrij teekenen. Teekenen naar voorbeelden. Illustratief teekenen. Enkele plaatversieringen. Sierschrift.

Duitsch:

Klas I : Uitspraak- en leesoefeningen. Eenvoudige behandeling der spraakkunst.

Klas 2 : Voortzetting van de oefeningen in klas i,

Handenarbeid:

Klas I : Jongens; de leerstof van de Einfachstschulung. Meisjes : Kartonarbeid, Leerarbeid Klas 2: Jongens: Houtarbeid. Metaalarbeid. Boekbinden. Meisjes: Leerarbeid. Raffia en Pitrietwerk.

Daarnaast komt voor de meisjes nog de opleiding in de eenvoudige huishoudkunde. De rooster omvat daarvoor 2)4 uur per week en wel voor het eerste jaar: luur voor strijken, V-» uur voor huishoudelijk werk en uur voor wasch-onderwijs; en voor het 2e jaar uur koken.

Bij deze onderdeden zal het volgende worden behandeld :

Strijken: Het invochten, strijken en opmaken van huishoudgoed. en eenvoudig lijfgoed, als zakdoeken doeken en servetten sloopen camisoles hemden fantasieschortjes onderjurken pyama’s nachtjaponnen gesteven schorten —■ overhemden eenvoudige blouses en zomerjurken. Huishoudelijk werk:

Het onderhoud van voorwerpen van koper alpacca ijzermessen leer houtwerk kamrnen en borstels zilver en verzilverd met bijbehoorende warenkennis.

Hct wasschen en opmaken van gekleurd katoen lichte wol en flanel kousen kunstzijden ondergoed gebreide en donkere

wol wit katoen. Het uitmaken van enkele der meest voorkomende bespreken.

,

bereiden van eenvoudige gerechten als soepen, groenten, aard-Welen, nagerechten, stamp- of stoofpotten, vleesch.

Wementaire begrippen omtrent goede voeding m verband met omstandigheden. , Bijbehoorende eenvoudige waren-

Zooals uit het bovenstaande wordt de bedoeling van het Voortgezet Gewoon Lager Onder"'Ü® 'Ut leerplan volkomen verwezenlijkt. kinderen, die dit onderwijs willen volgen, zullen voor een goed gedeelte met rappe hand in de praktijk komen te staan.

Naar mijn meening worden zoowel de karaktervorming als het onderwijs gediend en om den Leider te citeeren : „In den goeden zin van het woord zal „Handigheid” worden bevorderd”. Evenmin zullen de scholen „zit- en afwachtscholen” worden en zal aan de jeugd de gelegenheid worden gegeven zich actief te gedragen.

Door dit schooltype is het onderwijsgebouw in ons Vaderland met een nieuwe zaal verrijkt; aan de gezagsdragers op het gebied van het onderwijs, maar vooral aan de opvoeders, den eervollen plicht, de opvoeding en het onderwijs van het overgroote gedeelte van de Nederlandsche jeugd, die deze scholen zal bezoeken, dus van de volksgenooten van morgen, zoo goed mogelijk te doen zijn. Dr. F. BREEDVELT.

herordening der vakorganisaties van OPVOEDERS, ZOOALS DEZE IN EN DOOR HET A.V.L.O.N. TER HAND IS GENOMEN EEN IDEAAL, DAT VROEGER NOOIT BEREIKT KON WORDEN EN DAT NU VOOR DE VERWEZENLIJKING STAAT ONTMOET VANZELFSPREKEND GEESTDRIFT, OMDAT DE MARSCHROUTE IN DE RICHTING DER EENWORDING DE GOEDE MOET ZIJN.