Voorts moge ik den burgemeesters in overweging geven het boek in gebruik te doen nemen in de onder hen ressorteerende inrichtingen van gemeentelijk openbaar onderwijs, voor de gymnasia,, lycea en H.B.S.en, voor de leerlingen der eerste en tweede klasse, voor de lagere scholen in het zevende en achtste leerjaar.

Soortgelijk verzoek doe ik hierbij aan de besturen der bijzondere scholen.

De Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, J. VAN DAM

Dleiisttyd als kweekeling; met akte

Ik vestig Uw aandacht op mijn besluit van 15 December 1942, No. 347 0.W.K., waarvan de tekst hieronder volgt:

Besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming betreffende het medetellen van diensttijd als zelfstandig kweekeling met akte voor diensttijd als onderwijzer. No. 347 O.W.K.

Op grond van artikel 2 van de Verordening No'. 137/1940 en in overeenstemming met de §§ 2 en 3 van de Verordening No. 3/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied wordt bepaald:

Artikel 1 Als diensttijd in den zin van artikel 3 van hoofdstuk V, § 1, van Bijlage C, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1934, wordt mede aangemerkt de tijd, gedurende welken de bezitter van de akte van bekwaamheid als onderwijzer na 31 December 1933 als zelfstandig kweekeling met akte is werkzaam geweest, mits en voor zoolang de zelfstandige werkzaamheid zich heeft uitgestrekt over alle lesuren, aangegeven op den rooster van lesuren, bestemd voor de leerlingen, waaraan door hem onderwijs is gegeven. Uit een dooiden inspecteur gewaarmerkte verklaring van het hoofd der school, waaraan de kweekeling met akte werkzaam is geweest, over te leggen door den belanghebbende, moet blijken, dat, en gedurende welke tijdvakken aan de gestelde eischen is voldaan.

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 October 1942. ’s-Gravenhage, 15 Dec. 1942

Bij de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 111 van het Salarisbesluit N.O. 1935 wat betreft den diensttijd aanlagere scholen, kan, te rekenen van 1 October 1942, met het bovenstaande rekening gehouden worden.

Ten einde in voorkomende gevallen den diensttijd, welke voor het toekennen van periodieke verhoogingen kan* medetellen, te kunnen vaststellen, is overlegging door den belanghebbende van bovenbedoelde door den inspecteur van het lager onderwijs gewaarmerkte verklaring noodig.

Het verdient aanbeveling, voor nieuw aan te stellen personeel deze verklaring tezamen met den Staat van inlichtingen (Model B) in te zenden. Voor de reeds in dienst, zijnde leerkrachten, die voor herziening van hun diensttijd in aanmerking komen, kan een dergelijke verklaring eventueel bij de rekening en verantwoording over 1942 gevoegd worden.

Voor degenen, voor wie de verklaring reeds is overgelegd in verband met hun werkzaamheden bij een anderen tak van onderwijs, kan met een afschrift volstaan worden.

De Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, J. VAN DAM.

xydelyke verhooging- van het minimum der kindertoelage Vereveningsheffing 1, Hierbij deel ik U mede, dat, bij beschikking van 1 December 1942 van den

wnd. Secretaris-Generaal van het Departement van' Financiën en den Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken is bepaald, dat gere~ kend van 1 November 1942, bij wijze van tijdelijken maatregel, het minimumbedrag der kindertoelage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder a, en in artikel 24, zevende lid van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1934, ad ƒ 60,— ’s jaars, ƒ 1,15 per week of ƒ 5,— per maand, per kind, welke bedragen bij beschikking van 27 December 1940 tijdelijk gesteld werden op ƒ 75,— ’s jaars, ƒ 1,45 per week of ƒ 6,25 per maand, per kind, nader is opgevoerd tot ƒ 150,— ’s jaars, ƒ 2,90 per week of ƒ 12,50 per maan-d, per kind.

2. Aangezien de betaling der verhooging over de maanden November en December 1942 ten laste van het dienstjaar 1942 komt, dient de bedoelde betaling aan arbeidscontractanten in de Slotveran<twoording over 1942 te worden opgenomen. Zij die niet beschikken over gelden ter goede rekening, kunnen de eventueele betaling opnemen in een verschotdeclaratie over 1942.

3. De loonbelasting over de verhooging over de maanden November en December 1942 is te berekenen met toepassing van het bijzonder tarief van artikel 10 van het Besluit op de loonbelasting, tenzij in een bepaald geval over de verhooging tezamen met het loon over het tijdvak November—December 1942 als gevolg van een grooten kinderaftrek volgens de tabel geen belasting verschuldigd is.

4. Ten overvloede merk ik nog op, dat de naast bovenvermelde regeling der kindertoelage bestaande regeling voor kinderbijslag aan arbeidscontractanten, wier loon niet is afgeleid uit de schalen van het Bezoldigingsbesluit (n.l. kindertoelage

indien het gezin meer dan 2 kinderen beneden den 15-jarigen leeftijd telt, voor elk kind, te rekenen van het derde kind beneden 15 jaren) ongewijzigd is gebleven.

5. In mijn circulaire van 8 October 1941, No, 1673, afdeeling F.C., is o.a. medegedeeld, dat de vereveningsheffing niet meer zal worden geheven van de loonen over tijdvakken, welke na 31 December 1942 eindigen.

Het tijdvak, waarover deze heffing loopt is echter met één jaar verlengd. Voor 31 December 1942 moet dus worden gelezen 31 December 1943, Ik verzoek U hiermede wel rekening te houden.

Voor den Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, Het Hoofd der Afdeeling, G. PIPPEL.

Uit de pers

Geen Hebreeuwsch meer op het Gymnasium

De Staatscourant bevat eenige besluiten van den Secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, waarbij het onderwijs in de Hebreeuwsche taal aan de openbare gymnasia wordt afgeschaft.

Spreekuren

8,L,0. Dr. I. Ch. van Houte, inspecteur Ramstraat 33, Utrecht. Tel. 15006. Na voorafgaand verzoek. L.O.

G. F. Vlekke, hoofdinspecteur in de iste hoofdinspectie, Groesbeekscheweg 290, Nijmegen. Tel. 20892. Na voorafgaand verzoek.

P. van Nes Czn., hoofdinspecteur in 1) Deze lijst, welke wij van tijd tot tijd op verzoek van onze lezers zullen opnemen, wordt nog uitgebreid met de spreekuren van verschillende inspecteurs en wethoudêrs van onderwijs.

de 2e hoofdinspectie, Pr. Hendrikstraat 17, ’s-Gravenhage. Tel. 332526. Na voorafgaand verzoek

L. Welling, waarnemend hoofdinspecteur in de 3e hoofdinspectie, Kraneweg 54, Groningen. Tel. 2996. Na voorafgaand verzoek. W. Th. de Boer, inspecteur in de inspectie ’s-Gravenhage, Koningskade 22. Tel. 776607. Spreekuur op Woensdag van 15 tot 17 uur.

L. en S. R. Ijzer, hoofdinspecteur Lichamelijke Opvoeding, Joh. Vermeerstraat 3, Heemstede. Tel. 21945. Na voorafgaand verzoek. P. J. Rippe, inspecteur in de iste in-

spectie, Lomanstraat 25, Amsterdam. Tel. 24828. Na voorafgaand verzoek.

Th. J. H. van ’t Lam, inspecteur in de 2e inspectie. Oranje Nassaulaan 121, Overveen. Tel. 14894. Na voorafgaand verzoek.

A. A. Lamberts, inspecteur in de 3e inspectie, Moddermanlaan 17, Groningen. Tel. 3075. Na voorafgaand verzoek.

Onderwijzersopleiding. Tijdelijke waarnemer : de hoofdinspecteur in de 3e hoofdinspectie L.O.

N.O. Ir. G. Hofstede, inspecteur-generaal, Oostduinlaan 2, ’s-Gravenhage. Tel. 116390. Na vooralgaand verzoek.