listische eigengereidheid elders „uit te leven”. '

De school is een gemeenschapsinstelling, gemeenschap zonder leiding is ondenkbaar, verziekt in'anar-

Er is nog een groep onderwijskrachten voor wie slechts één woord kan gelden; Heengaan. Het zijn zij, die de gave missen kinderen, jonge menschen te leiden, die om de gangbare uitdrukking te gebruiken „geen orde kunnen houden”. Bij goede schoolleiding zal het aantah hunner lager zijn dan thans, nu ze goeddeels onder schoolanarchie moeten werken, het geval is. Maar ongetwijteld kent het onderwijs een niet onbelangrijk percentage leerkrachten die voor deze levenstaak ongeëigend zijn. Zij zullen moeten wofden omgeschoold voor een ander beroep of, als ze daarvoor te oud zijn, met een vervroegd pensioen moeten afvloeien. De Staat, de gemeenschan, zal de regeling hiervan zoo spoedig mogelijk ter hand moeten nemen. lederen dag. dat deze oneeschikten langer gelegenheid krijgen het opvoedingswerk te schaden,' geeft een verlies, dat niet meer kan worden ingehaald, verlies voor hen zelf, verlies voor hun leerlingen, verlies voor de gemeenschap.

Om der wille van de gemeenschao mogen alleen die leerkrachten behouden blijven, die de daartoe vereischte. gaven bezitten. Evenzeer om der wille van de gemeenschap moet gelden, dat voor vakonderwijs,

middelbaar en hooger ondterwys de aanwijzing der leerlingen geschieden moet op grond van geschiktheid en niet om allerlei dwaze redenen van geld, stand en oudersvoorkeur.

Het is sociaal gesproken een volstrekt onhoudbare toestand, dat leerlingen een voor hen pngeëigend onderwijs moeten volgen, zelf schade lijden in hun normale ontwikkeling, de klasse, waarvan zij deel uitmaken, noodeloos belasten en de gemeenschap doelloos geld kosten. Het ook door mij gewraakte euvel van het overgroote aantal zittenblijvers is voor een deel zeker op deze fout terug te voeren.

De school zal richting moeten geven bij de vraag of en, zoo ja, welk verder onderwijs de leerlingen moeten volgen. Het schooladvies zal in de overgroote meerderheid der gevallen bindend moeten zijn, het schooladvies dat gegeven wordt door den bevoegden leider, na rijp overleg met de leerkracht, die den betrokken leerling kent en_ na een grondig, ook psychotechnisch, onderzoek van zijn intellectueele en geestelijke mogelijkheden.

Terloops slechts zi, hierbij opgemerkt, dat iedere ongezonde en ook onmaatschappel jke voorkeur voor de onderwijsrichting, die een loopbaan „met een boord belooft evenzeer moet worden voorkomen, als het leggen van de eindbeslissing m de financieele draagkracht van de ouders. . De onderwijzer en leeraar zal m

de samenleving, die komt, niet meer de man zijn, die enkele uren per dag les geeft en dit werk aanvult met privaatlessen, toezicht op huiswer , klaarmaken voor examens, bneionderwijs en wat dies meer zij. Hij zal steeds meer worden de jeugdopvoeder en daarmee een leidende plaa s m het bestel der volksgemeenschap innemen. Ter zake van de geheele opleiding en vorming der jeugd, sportbeoefenmg, beroepskeuze, buitenschoolsche vorming zal hij daadwerkelijk en adviseerendmeewerken, een centrum vormen.

Hij zal zijn leven wijden aan de gróotsche taak het opgroeiende geslacht klaar -te maken voor, te leideii in de sociale gemeenschap, iedere eenling op de plaats, waar hij hoort, de plaats waar het beste werk in gemeenschapsdienst kan worden verricht en dus ook de hoogste' levensvervulling bereikt.

Onnoemelijk veel heeft ons volk verloren, maar het heeft behouden den gezonden zin voor het gezin, het heeft mogelijkheden tot herleving in zijn jeugd. Aan hen die hiertoe geroepen zijn, die de gave in zich hebben om de jeugd te leiden en daarom de onderwijsloopbaan kozen, de heilige taak oip deze mogelijkheid tot daad te maken, te werken aan den opbouw van jóng Nederland tot een sterke sociale gemeenschap, een volk van kameraden. Dat is de sociale taak van den volksopvoeder. W. O. A. KOSTER

Hel NiA.F. roept!

Reeds eerder wezen wij op deze plaats op den geweldigen steun, dien wij bij ons ontwikkelingswerk, mochten ontvangen. Talrijke leeraren en leeraressen waren noodig om onzen volwassen volksgenooten onderricht te geven op onze avondscholen en cursussen. Den geheelen winter trotseerden kameraden en kameraadskes koude en duistfernis en kwamen naar onze gebouwen, waar hun cursisten al reeds wachtten om onder leiding van de(n) cursusleider (ster) hun kennis weer eenigermate te vermeerderen. Wij hebben jeeds onzen dank hiervoor uitgesproken. Thans willen wij het niet meer over den winter hebben. Immers wij weten het zeker, dat zij, die ons dit seizoen bijstonden om de vele moeilijkheden te overwinnen, ook straks, wanneer in September onze A.V.V.’s en talencursussen weer een aanvang zullen nemen, wederom 00 hun plaats zullen staan om hun plicht voor ons Volk ' te volbrengen. Reeds wordt de zon sterker, de knoppen zwellen en bar-

sten, bloemen beginnen voorzichtig hun blaadjes te ontplooien, de vogels bouwen rusteloos aan hun nieuw nestje.

Een enkele dappere loopt al in dunne zomerkleeding, als om aan te kondigen, dat de lente daar is 11

Het wordt straks te warm om ’s avonds in de leslokalen te zitten en te luisteren naar interessante, maar zwaarwichtige' uiteenzettingen. Liever gaap ze er op uit. Vader, Moeder en de kinderen! Ook onze cursisten zullen de studie thans voor eenigen tijd terzijde schuiven om buiten te genieten van het ontwakende leven. Ook daarbij dienen wij leiding te géven! .

Hoeveel meer kan er niet genoten worden, wanneer wij wijzen op een vogel, die met strootjes in zijn snavel af- en aan vliegt, wanneer wij hen opmerkzaam maken op de verscheidenheid van boomen en bloemen !

Niet dor en. eentonig! Maar le- vlot, vol enthousiasme en liefde voor de natuur. Hoeveel aardige tochten zjjn er niet samen te stellen! Niet alleen naar buiten om

het vogelleven, de bloemen- en plantenwereld te bewonderen ! Wij kunnen onze Volksgenooten immers brengen naar groote bedrijven, naar werken in uitvoer, om ook anderen in hun dagtaak te begrijpen en te waardeeren! Wij brengen hen naar de vele mooie en oude plekjes van onze steden en stadjes, waarin het hart van Nederland nog overluid klopt! Tezamen bekijken wij met eerbied de schilderijen onzer groote meesters, de beeldhouwwerken en monumentale gebouwen.

Kortom: er is zooveel, dat onze aandacht eischt. Juist in deze moei te volle tijden 1 Wie van Ü, kameraden en kameraadskes, voelt zich geroepen leiding te geven bij déze excursies?

leder heeft wel een bepaald, idee in zijn hoofd. Schrijft het ons! Helpt'het Ned. Arbeidsfront om onzen Volksgenooten het allerbeste te geven, waar zulks mogelijk is!

Het Neslerlandsche Arbeidsfront, Gemeenschap „Vreugde en Arbeid” Afd. Volksontwikkeling, Amstel 224/ 226, Amsterdam-C, ziet Uw opgaven gaarne tegemoet. H, A. JOBS Jr.