ONZE EUROPEESCHE TAAK

Het is geen propaganda-leus en geen verontschuldigingj wanneer wij zeggen, dat de wereldoorlog v&n 1939 zal moeten beshssen over het welzijn van geheel Europa voor vele toekomende jaren. In een strijd, waarin bolsjewistische millioenenhorden tegen de verdedigmpstelhngen in het Oosten worden opgejaagd, terwijl tegelijkertijd de knechten van de joden in Washington en Londen dood en verderf zaaien in de steden van West-Europa, kan men niet langer zoeken naar motieven of bijzondere belangen van enkele volken of staten afzonderlijk Het parool voor Europa luidt in 1943 en zal luiden voor alle volgende jMen. Samen overwinnen en daarna samen leven en omhoog gaan, of samen sterven om nooit meer op te staan.

De groote tragiek van onzen tijd, althans voor ons Volk en voor nog enkele andere volken, ligt hierin, dat het begrip der volksmassa’s nog niet heeft kunnen komen tot het pmt, dat door de historie als beslissend wordt aangewezen. Om ons tot Nederland te beperken; Wij zijn als Volk tegen onzen zin met den neus boven op de waarheid geduwd. Het is hardhandig gegaan en geheel zonder kleerscheuren zijn wij er niet af gekomen. En als kinderen, die hun ongehjk niet willen erkennen, hebben wij ons teweergesteld, ook toen ons verzet feitelijk reeds lang gebroken was. Als Volk hebben wij getracht den middenweg te vmden tusschen vriendschap en vijandschap. Wij hebben geprobeerd op de grens te leven, waar men ons vooral met zou kunnen verdenken van te behooren tot de bevmste gemeenschap der Europeanen en waar men ons ook met met harde hand zou kunnen grijpen wegens openlijke sabotage en daadwerkelijke hulp aan de vijanden van die gemeenschap.

Wii, nationaal-socialisten, de nieuwe kern van het Nederlandsche Volk, hebben dit aUes met leede oogm aangezien. Wii vinden dezen toestand oneervol en wij hateii dit gebrek aan moed om kleur te bekennen. In ons heeft de Leider reeds in het jaar 1935 het Europeesche besef doen ontwaken. Wij zijn niet dom genoeg om te veronderstellp dat een plaats in een vernieuwd Europa ons ten geschenke zal worden geven, waarvoor wij zelf niet hebben willen strijden en arbeiden. Daarom heeft de N.S.B. op grond van haar inzicht en gedreven door een sterke liefde voor dit Nederlandsche Volk, zich tot gesteld, al haar krachten in te spannen om Nederland toch zijn deel te doen verrichten in de algemeene opdrachten.