Indien het bij de praenatale zorg alleen ging om de bevalling als zoodanig, zou alles er op kunnen worden gezet, de vroedvrouw technisch zoo goed mogelijk te instrueeren. Hoe grooter geschiktheid de vroedvrouw voor het werk zou toonen, hoe meer dit aan de patiënten ten goede zou komen.

Zoo is de zaak echter niet gelegen. Zoodra men het nut van een praenataal toezicht erkent, en het verband erkent, dat er bestaat tusscben de obstetrische behandeling en de algemeene geneeskunde, wordt de situatie anders: het praenatale toezicht zal slechts aan een arts kunnen worden toeoertrouwd; de vroedvrouw kan een zeer te waardeeren hulp voor den arts zijn, maar kan hem, zonder gevaar op te leveren, nooit geheel vervangen.

Uit een en ander volgt natuurlijk niet, dat de vroedvrouw minder bevallingen zal moeten leiden, integendeel, het is te wenschen, dat zij meer en meer voor normale verlossingen wordt gebezigd. Ecbter, men dient baar te ontheffen van een taak, die zij niet zal mogen hebben, en men dient haar een sociale- en beroepspositie te verschaffen, die hooger staat, dan zij tegenwoordig inneemt.

Van groote beteekenis is de strijd tegen het opwekken van abortus, daar dit buitengewoon schadelijk is voor de gezondheid der vrouwen, gezien de infectie, die veelvuldig optreedt na het opwekken er van door ondeskundigen.

De Volkenbondscommissie heeft het tweede gedeelte van haar rapport gewijd aan de hygiene van den zuigeling en in het bijzonder de organisatie van de bestrijding der zuigelingensterfte nagegaan.

Men moet de kinderen beschermen tegen drie groote gevaren :

a. het congenitale gevaar;

b. het voedingsgevaar;

c. het besmettingsgevaar.

Op aangeboren schade is de dood van doodgeborenen’), de mortinataliteit, terug te brengen en de dood van kinderen, die in de eerste acht dagen van hun leven sterven (vroege sterfte

‘) Kinderen, die niet hebben geademd.