worden aan gemonsterd, en men eischt, dat bij de monstering aan den kapitein wordt overlegd een certificaat, niet ouder dan 6 maanden, waarin verklaard wordt, dat de betreffende persoon niet lijdende is aan een besmettelijke ziekte. Het zal duidelijk zijn, dat vooral voor de geslachtsziekten die periode van 6 maanden veel en veel te lang is, en dat het veel beter is op het oogenblik zelf, een onderzoek naar het bestaan van een geslachtsziekte in te stellen.

In de wet van 1918, tegen de verbreiding van geslachtsziekten, luidt paragraaf 3, dat iedere persoon dieverdachtwordt lijdende te zijn aan een geslachtsziekte, zich aan een geneeskundig onderzoek moet onderwerpen, in dien zulks geëischt wordt, en iedere persoon die meent lijdende te zijn aan een geslachtsziekte heeft het recht gratis te worden onderzocht. Voor personen die een dergelijke ziekte hebben, wordt ook gratis behandeling, en gratis verstrekking van geneesmiddelen, evenals kostelooze opname in een ziekenhuis, indien zulks noodzakelijk is, verstrekt.

In iedere stad van minstens 20.000 inwoners moeten gratis poliklinieken voor onderzoek en behandeling van geslachtsziekten worden ingericht.

Indien een geneesheer hij een patiënt vaststelt, dat hij lijdende is aan geslachtsziekte, is de medicus verplicht aan den betreffende den aard zijner ziekte en het besmettingsgevaar dat hij kan opleveren, mede te deelen. Hij moet vooral wijzen op de straffen die gesteld zijn op het anderen bewust besmetten met geslachtsziekten.

Indien de patiënt de behandeling niet goed volgt, of wel deze heelemaal onderbreekt, is de geneesheer verplicht daarvan aangifte te doen. Hetzelfde is hij verplicht indien hij verneemt dat een patiënt die nog lijdende is aan een besmettelijken vorm van geslachtsziekte, in het huwelijk wenscht te treden.

Tevens is de geneesheer verplicht na te gaan waar waarschijnlijk de besmetting werd verworven, en hij moet binnen 24 uur aan de gezondheidsinspectie rapport daarover uitbrengen.

Indien een door de overheid verzocht geneeskundig onder-