onder hun voorzaten van bijv. 2000 jaar geleden leefden. Wel is waar was de levenskans van die voorouders veel geringer dan de onze, maar dat werd gecompenseerd door het veel grooter geboortecijfer van toen. Deze beide feiten hebben een groote selectieve waarde, wat de aanpassing van bet tegenwoordige geslacht mede bandicapt.

Om op onze tegenwoordige beschaving terug te komen, die beeft zich voornamelijk ontwikkeld in de richting van stofbebeerscbing. Pbysica en chemie vierden in de laatste eeuw bun triomfen en de zich op die gebieden snel vergrootende kennis beeft een enorme uitbreiding van bet macbinewezen ten gevolge gehad, waardoor de geciviliseerde menseb zeer snel in een geheel gespeciabseerd milieu gekomen is.

Evenmin als men een wild dier na eenige generaties in een dierentuin tot een huisdier kan veranderen, evenmin kan de menseb zich snel aan zeer veranderde omstandigheden aanpassen. Wij weten, dat huisdieren niet in de eerste plaats door verandering der erfelijke eigenschappen zijn ontstaan, doch doordat in gevangenschap gehouden soorten een groot aantal verschillende nakomelingen vóórtbrengen, die in wilden staat weer spoedig zouden uitsterven, maar onder de nieuwe condities kunnen blijven bestaan en zich voortplanten.

Enkele dier variaties blijken dan dermate aan bet gewijzigde milieu te zijn aangepast, dat zij zich als huisdier kunnen handhaven, echter niet in wilden staat. Zij verwilderen dan ook slechts zelden en wanneer dit voorkomt, dan zien wij dat zij en bun nakomebngen de huisdier kenmerken weer verliezen.

De menseb der beschaving moet ook beschouwd worden met hetzelfde oog, waarmede de wetenschap de huisdieren beziet. Die mensch heeft zichzelf tot huisdier gemaakt, heeft zich geciviliseerd. Zoo is hij langzamerhand geworden tot wat hij thans is, doordat hij de eigenschap heeft, welke ook aan vele cultuurplanten en huisdieren eigen blijkt te zijn, nl. dat er zeer veel onderrassen (Jordanonten) aanwezig zijn, welke rassen ook gemakkelijk tot rassenkruising overgaan, daardoor voortdurend nieuw materiaal voor de selectie in een bepaalde richting gevend, (bij Brassica in de richting van het vormen van groote bladeren, waardoor de verschillende cultuurrassen van de kool ontstonden, bij Homo in de vorming van