Gaan wij nog even na wat bekend is omtrent het statistisch onderzoek met betrekking tot den mensch, dan is het oordeel, over de vele mededeelingen in de literatuur van het voorkomen van verschillende verschijnselen van minderwaardigheid door alcoholgebruik van de ouders, moeilijk. Het is niet zoo dat het statistisch onderzoek zonder meer bewijzend is.

Als men de resultaten van de onderzoekingen over het verband van het alcoholisme der ouders en de nataliteit en kindersterfte, vallende ziekte bij kinderen, imbeciliteit en idiotie, misvormingen, krankzinnigheid alcoholisme, criminaliteiten tuberculose in tabellen bijeen brengt, ziet men groote verschillen, maar de meeste statistieken geven aan, dat in de ascendentie van lijders aan deze afwijkingen vaak alcoholisme wordt aangetroffen. De statistieken over de descendentie bevatten deze afwijkingen eveneens, doch in sommige statistieken slechts in kleine aantallen.

Men heeft ter vergelijking ook de ascendentie van normale personen, niet-alcoholisten, onderzocht en vond ook bij hen een vrij groote erfelijke belasting (K 011 er, Di e m).

Dat de gevolgtrekkingen ten opzichte van de beteekenis van het ouderlijk alcoholisme uit het statistisch onderzoek eenigszins onzeker zijn, komt ook, omdat de statistische methode hier groote bezwaren heeft. Het onderzoek van oude ziektegeschiedenissen, dus van materiaal dat niet met het oog op het voorkomen van alcoholisme is samengesteld, houdt noodzakelijkerwijs een groote bron van fouten in.

Daarom nemen familieonderzoekingen, waarbij de onderzoeker zijn materiaal kent, naast de statistieken, een belangrijke plaats in (Jörger, Rosenberg, Lundborg, Schlesinger). Ook uit deze onderzoekingen is de groote beteekenis van het ouderlijk alcoholisme gebleken.

Ger u m vermeldt dat de kinderen van lijders aan vallende ziekte die voortkomen uit families waarin alcoholisme voorkomt, duidelijk minderwaardiger zijn dan soortgelijke zieke kinderen uit families waar niet gedronken werd.

Het voorkomen van alcoholisme onder de ouders bij zwakzinnigen is met name gebleken bij onderzoekingen van kinderen die de scholen voor bizonder onderwijs bezochten. Eliassow vond in 60% van de gevallen in de ascendentie alcoholisme onder de ouders.