rechte verstand zal krijgen. En in de kleinere steden en op het platteland waar het er naar toe moet, dat door overeenkomst tusschenalwat reclasseerings-of soortgelijk werk verricht, ten slotte aanstelling van een volledig ambtenaar mogelijk wordt daar zal door splitsing en scheiding de mogelijkheid van zulk een ambtenaar weer in sterke mate verminderen. Hetzelfde geldt voor de leidende persoonlijkheden in vereenigingsbesturen.

leder man van de practijk weet hoe moeilijk het is goede celbezoekers en raadslieden ter uitoefening van het patronaat te vinden, en hoe moeilijk het is de eenmaal aangestelden voldoende vakkennis en duurzame intense belangstelling bij te brengen. Dat kan onmogelijk anders gebeuren dan op een arbeidsveld dat veel te doen en te ervaren geeft. Het patronaat wordt geleerd door de ervaringen van den raadsman zelf en van zijn collega’s, die op drukbezochte vergaderingen worden uitgewisseld. Het is totaal onmogelijk, geest te houden in een corps van raadslieden, als er niet heel wat omgaat en als zij niet voelen, ook door het aantal der medewerkers, dat er gezamenlijk gewerkt wordt aan een werkelijk grooten en belangrijken arbeid. En wat zien wij gebeuren nu het patronaat reeds meerdere jaren theoretisch burgerrecht heeft gekregen? Slechts in enkele centra slaagt men er in een voldoende talrijk, voldoende als geheel samenhangend corps van raadslieden te vormen en zelfs in die centra moet met voortdurende krachtinspanning gezorgd worden, dat het eenmaal verkregen, niet verloopt. Kwam er een nieuwe scheiding, dan zou zelfs op de plaatsen waar het thans bloeit het patronaat een onherstelbaren knak krijgen. Men denke zich de kleine groepjes onervaren raadslieden, geleid door, laten wij zeggen, een advocaat met een drukke practijk en door een kleermaker, die na zijn lange dagtaak nog eenige uren in bezoldigden dienst eener reclasseeringsvereeniging is 1 En overal elders, behalve in de enkele zeer groote steden, zou voortaan een werkelijk deugdelijk patronaat voor goed tot de absolute onmogelijkheden behooren.

Dit zijn, heel in het groot, de redenen waarom m. i. gezamenlijke arbeid en een-

heid voor de toekomst van ons werk noodig zijn 'en waarom wij niet kunnen volstaan met wat ik door sommigen wel eens heb hooren aanprijzen als een zeer aannemelijke toestand : met samenwerking. Ik bedoel hiermede niet, dat alleen het Genootschap recht van bestaan heeft, maar dat de reclasseeringsvereenigingen, die bestaan en die men nog mag willen oprichten (ik zonder natuurlijk instellingen als Leger des Heils en Tehuis voor Onbehuisden uit), den practischen arbeid behooren te verrichten, niet in samenwerking met, maar in innige en volslagen eenheid met het Genootschap op straffe des doods voor beide. Het kan niet moeilijk vallen, bij goeden wil van beide zijden, aan elke der gezamenlijk werkende vereenigingen zekerheid te geven van alle verlangde vrijheid voor eigen opvattingen.

Bestrijding der bedelarij en landlooperij.

Een circulaire van het Departement van Justitie doet blijken dat ten Departemente het plan bestaat „om de meer systematische bestrijding der landlooperij ter hand te nemen”. Op 20 Mei 1.1. is in Veenhuizen eene reorganisatie ingevoerd „welke ten doel heeft de gewillige en bruikbare elementen naar voren te brengen, ten einde, ook bij eene scherpere repressie der landlooperij, een zoo groot mogelijk aantal hunner aan de maatschappij terug te geven. Zulks zal vooral geschieden door hen te prikkelen tot moreele en physieke inspanning, die hare belooning zal vinden in het strafgesticht door opklimming tot eene met zeer in het oog loopende voorrechten begunstigde hoogere klasse, waarin men zich slechts door voortgezet uitstekend gedrag zal kunnen handhaven, terwijl bovendien alleen uit deze klasse voorwaardelijk in vrijheid zal worden gesteld”.

Hier worden dus de voortreffelijke nieuwere beginselen omtrent de straf tot richtsnoer genomen; naast de eigenlijke straf heeft de opsluiting nog een ander doel: opvoeding tot weder-intrede in de maatschappij door harden arbeid, belooning, opklimming.

Naast deze verbetering van het systeem der Rijkswerkinrichting geeft de circulaire