regelen voor hen, die een zoo lange gestichtsverpleging niet noodig hebben en die dus voor voorwaardelijke veroordeeling in aanmerking komen. De Minister is van meening, dat ook voor deze minder diep gezonken landloopers en bedelaars voorw. veroord. zonder meer niet zal baten, maar dat zij als regel voor bijstand aan eene particuliere instelling behooren te worden opgedragen met de bijzondere voorwaarde dat zij eerst een tijdlang b.v. een half jaar in een particuliere inrichting worden opgenomen en vandaar weer onder leiding in de maatschappij binnen gelaten.

Maatregelen van clementie zijn dit niet, want zij gaan gepaard met opdracht aan de parketten opzendingen van behoorlijk langen duur te eischen en voortaan slechts in buitengewone gevallen van de vervolging van bedelaars en landloopers af te zien. Maar het zijn plannen, die van een frisschen geest blijk geven en die stellig, zoover als dit met gebruikmaking van nieuwere maatregelen mogelijk is, met het stugge landloopersleger zullen bereiken wat daarmee te bereiken valt. Wij mogen het Departement zeer gelukwenschen met zijn initiatief.

Invloed van den oorlog in Engeland.

Meerdere merkwaardige feiten zijn in de Engelsche criminaliteit en het Engelsche gevangeniswezen te signaleeren in verband met den oorlog. Het mag nu wel als algemeen bekend verondersteld worden, dat jde oorlog in het algemeen een belangrijke vermindering van de misdadigheid tengevolge had. Zoo ook in Engeland. De afname bedroeg daar in het jaar 31 Maart 1914— 31 Maart 1915 (met slechts 8 oorlogsmaanden dus), bijna 25 % bij vergelijking van het voorgaande jaar.

De oorzaken zijn duidelijk. Het verslag van de Commissioners of Prisons noemt: het dienstnemen van een aantal minder ernstige wetsovertreders, de beperking van de uren waarin sterke drank mag verkocht worden, de groote vraag naar arbeidskracht. Het schijnt merkwaardig te zijn te zien, koevele personen, die het eigenlijk al hadden opgegeven naar werk te zoeken, thans weer geregeld aan het werk zijn al produceeren

zij natuurlijk niet zooveel als een normaal energiek en krachtig werkman. Dit verschijnsel verklaart waarschijnlijk het feit, dat ook van ♦de convicts, meerendeels vele malen veroordeelden, het recidive-percentage zooveel geringer is dan voor den oorlog. Het dienstnemen mag niet als eenige oorzaak van de verminderde misdadigheid onder de mannen worden beschouwd, want ook bij de vrouwen vinden wij een sterke vermindering van plm. 10 %.

Het gevangeniswezen heeft ook in zeer sterke mate den invloed van den oorlog ondergaan. Het verslag van de Howard Association merkt op, dat in het algemeen natuurlijk ieders aandacht en arbeidskracht te veel in beslag wordt genomen door den oorlog om gevangenishervorming mogelijk te maken. Wij kunnen ons daarvan eenige voorstelling maken als wij vernemen, dat juist 600 hoogere en lagere gevangenisbeambten en -ambtenaren hebben dienst genomen (waarvan er reeds 31 zijn gedood en 25 gewond, en 10 vermist of gevangen). Niet minder dan 20 gevangenissen zijn gesloten, deels omdat zij eenvoudig overbodig waren geworden, deels omdat de gebouwen voor militaire doeleinden noodig waren.

Buitengewoon merkwaardig is echter wat wij hooren over den veranderden geest in de gevangenissen. Daar wordt natuurlijk voor den oorlog gewerkt. De soort van arbeid vereischt meer oplettendheid en intelligentie dan het geestdoodende werk, dat voor den oorlog ook in de Engelsche gevangenissen nog schering en inslag was. De arbeidsdag is verlengd en ook op Zondag wordt er gewerkt. Maar de gevangenen beklagen er zich niet over. Hun houding is als bij tooverslag veranderd. De laksheid en luiheid, die voor een gevangenis gewone verschijnselen waren, zijn verdwenen. Ondanks de groote vermindering van het aantal gevangenen is hun productie vermeerderd. Er heerscht een opgewekte geest; het aantal straffen dat opgelegd moest worden is zeer verminderd. De gevangenisbesturen werkten mee om deze resultaten te bereiken: de voeding is verbeterd, meer ontspanning wordt toegestaan en aan het eind van elke week wordt den gevangenen mededeeling gedaan van het verloop van den oorlog. In het alge-