ruiming van de opvattingen welke nog schijnen te bestaan omtrent de wijze waarop de drankbestrijdersvereenigingen de officieele reclasseering in de praktijk beoefenen.

Welnu drankbestrijding dan moge zich als algemeen doel richten tegen gebruik en misbruik van alcohol met al den aankleve van dien . en reclasseering, (in het artikel klaarblijkelijk bedoeld als de z.g. officieele reclasseering) moge ten doel hebben het voorkomen van recidive bij criminaliteit, (maar ook het voorkomen der criminaliteit zelve en dit doel gaat inderdaad verder en dieper dan het voorkomen van recidive) beide bewegingen hebben in de praktijk van het alle-dag-leven wel bewezen, dat een scherpe onderscheiding, althans voor vele drankbestrijders-reclasseerders, niet aanwezig kan zijn. Want laat men toch bedenken dat op dit terrein in het praktische leven menschen aan het werk zijn, die niet het schriftelijke en in theorie vastgelegde doel van (dan ook nog maar sommige) dezer vereenigingen voor oogen hebben, maar wel de droeve werkelijkheid die hen dringt om niet enkel te voorkomen de drankellende, doch die zich daardoor geroepen gevoelen om te redden wat verloren dreigt te gaan en om op te richten wat struikelde.

Het is klare werkelijkheid, dat juist datgene wat in het meergenoemde artikel omschreven wordt als doel der reclasseering, in sterke mate wordt beoefend in de drankbestrijderskringen. En feit is en blijft, dat er altijd leden zijn, die vanuit en ook in de vereenigingen zelve, het reclasseeringswerk zullen blijven beoefenen.

Men bedenke steeds weer, dat deze leden zich geven aan dat werk, con amore, en alleen dan, wanneer zij zich geheel onafhankelijk gevoelen, wanneer zij geheel individueel kunnen en vermogen te arbeiden en geheel alleen en persoonlijk voeling kunnen hebben met den mensch, dien ze willen beproeven te steunen.

Want die voorwaarden zijn noodzakelijk bij elke ernstige reclasseeringspoging; hij die dagelijksch toezicht oefent, zooals het oflFicieel heet, moet geheel weten met wien hij zal moeten omgaan en zelve kunnen handelen. f-T-1 1. « i. 1 1 _y_ll_ri

Terecht mag dus hier de vraag worden gesteld of deze voorwaarden volkomen wordt vervuld wanneer de leiding niet meer zou berusten bij de vereeniging die het geval behandelt, doch wanneer deze in handen wordt gelegd en zou uitgaan van één persoon in casu den leider van een consultatiebureau.

Met alle respect voor de groote geschiktheid en superieure gaven van een dergelijk leider, is de vraag gewettigd of daarbij niet een al te systematische en al te methodische leiding