vaste regel van deze organisatie een regel die m. i. de ruggegraad is van haar succes en die haar zoo welvarend en krachtig heeft gemaakt als zij thans is dat het maximale aantal gevallen per patroon hoogstens 3 a 4, op zijn allerhoogst 5 is; liefst vertrouwt men aan eiken Big Brother niet meer dan één patiënt toe, om het toezicht zoo succesvol mogelijk te doen zijn; maar door combinatie met verwante gevallen of van broertjes uit hetzelfde gezin stijgt het aantal meermalen tot 3 of 4.

De duur van het toezicht is ongehmiteerd maar minstens 1 jaar. Perioden van 12 jaar zijn geen zeldzaamheid.

Het bestuur stelt zeer zware eischen alvorens over te gaan den patroon van het toezicht te ontslaan, ook al beveelt deze zelf het beëindigen daarvan aan.

Alvorens het toezicht op zich te nemen verbindt de Big Brother zich om de hem toegewezen pupil minstens tweemaal per maand te bezoeken en elke maand een schriftelijk rapport over hem uit te brengen. Een handig boekje wordt den patroon uitgereikt met wenken bij hun werk. (Hoe verleidelijk ook, ik moet thans van een weergave daarvan afzien. Misschien wil de redactie mij in een volgend nummer nog een plaatsje afstaan voor een vertaling van deze, ook voor Hollandsche reclasseerders, zeer nuttige en suggestieve handleiding.) Verder krijgt de patroon een lijstje met „Places of interest , die hem zoowel ter observatie van zijn pupil als in het belang van diens ontwikkeling ter bezoek worden aanbevolen: dierentuin, musea, openbare bibliotheken, telefoonkantoor, verschillende fabrieken, een transatlantische boot, het Woolworth Building, de Beurs, een kazerne enz. enz. In het algemeen worden als geschikte middelen om het doel te bereiken, den patroons aanbevolen:

I®. Wederzijdsche bezoeken aan huis eens per week (vele B. Brothers vragen zelfs hunne pupillen geregeld ten eten, vooral om de afstand te verminderen en om ze te wennen zich in een vreemde omgeving behoorlijk en gemakkeüjk te bewegen).

2®. Het gezamenlijk bezoeken van instellingen van algemeen nut, waarbij het bovengenoemde lijstje als leiddraad kan dienen.

3®. Het in contact brengen met kerkelijke organisaties, voor zoover dit in de lijn van ’t geval ligt.

40. Bevordering van sparen.

50. Bevordering van aansluiting bij sportvereenigingen, padvinders- en andere clubs.

6®. Verstrekking van goede lectuur, en de voorbereiding daarvan door het ontwerpen van een geregeld leesprogram.