ringsvereenigingen voor minderjarigen een krachtig centraal punt werd gegeven, als hoedanig, voor zoover het de Pro Juventutes betreft, het Verbond der Vereenigingen Pro Juventute het meest aangewezen orgaan zou zijn.

Over Observatie-huizen.

Over observatie huizen heeft Prof. Mr. Simon van der Aa een artikel geschreven in de Maart afl. van dit tijdschrift. Het is naar aanleiding daarvan, dat ik vrijmoedigheid gevoel een enkele bedenking aan te voeren, niet tegen de observatie in beginsel: observatie is nuttig, is noodig, dit is buiten diskussie: hoe zou men goed handelen zonder kennis van den betrokkene – maar wel tegen de huidige uitvoerinQ er van in Nederland. )

Ten eerste is de observatie m.i. nog lang niet volstrekt genoeg vakkundig, dat is: verricht door den pathopsycholoog. Ik kan het al weer niet helpen, maar waar het hier toch heel in het bijzonder gaat om psychische abnormaliteiten, daar moet niet een onderwijzer of een paedagoog, maar een psychologisch gevormde psychiater het werk doen. Als dit geen vak-aangelegenheid is, dan begrijp ik er mets meer van.

En ten tweede, er wordt werkelijK, ais ik goeu it veel drukte van deze observatie gemaakt. Ik heb hier en in het volgende in het'bijzonder de observatie na de ter beschikkingstelling op het oog. De kinderen plegen maanden lang, drie tot zes maanden, soms nog langer, in een observatiehuis gehouden te worden; ja, ik weet van jongens, die na eenige maanden in één observatie-huis geobserveerd te zijn, naar een ander observatie-huis gestuurd werden en daar toen weer eenige maanden zijn geobserveerd, bn toch i durf er haast niet mee voor den dag komen, want van hoe groote oppervlakkigheid ga ik den schijn op me in het algemeen zal iemand, die werkelijk der zake kundig is na een wat intensief onderzoek van een uur een bezonnen en voldoende gedetailleerd oordeel over een jongen ot meisje kunnen uitspreken.

'Men bedenke* toch, dat er hier geen laboratorium-werk valt te verrichten: allerlei interressante onderzoekingen: ol het kind vooral auditief is of meer visueel, hoe het met zi)n rhytmischen aanleg, zijn ruimte-zin enz. enz. staat, zi)n hi*r

11 Ik doe dit te liever, omdat men op een vergadering m Den Haag verleden zomer en in een rapport mij als overtuigd verdediger er van den volte voorgehouden heeft. Ik kon mij slechts verwonderen over het – onnoodige misverstand.