geeft mij aanleiding hier te doen vermelden het door mij geschrevene in het Jaarverslag betreffende deßijkstuchtschool te Nijmegen over het jaar 1923 in het hoofdstuk: „Orde en Tucht”. De beide laatste overwegingen van den Rotterdamschen Kinderrechter vinden daarin een aanvulling.

Orde en Tucht.

„Evenals vrijwel ieder jaar mag met vreugde worden vermeld, dat orde en tucht in dit gesticht niets te wenschen over laten. Met de gewone middelen kunnen de orde en tucht niet alleen goed worden gehandhaafd, maar ook het gevoel voor orde en tucht bij de verpleegden wordt aangekweekt, ontwikkeld en bevorderd en een niet gering aantal malen ook zoodanig gegrondvest en bevestigd, dat het een stevig houvast blijft bieden aan de verpleegden na hun ontslag hier en terugkeer in de maatschappij.

Moeilijkheden van beteekenis komen niet voor en zware straffen zijn een uitzondering.

Van niet geringe waarde voor ’t aankweeken en handhaven van orde en tucht acht ik de eerste maand, die in afzondering in de eerste klasse wordt doorgebracht. Daar valt in den regel heel wat af te leeren aan de nog al eens bandelooze rakkers, die binnenkomen en in het begin wel eens willen probeeren, hoever zij kunnen gaan. Wanneer deze knapen dadelijk in de gemeenschap werden opgenomen, zoo uit het ongebondene leven, dat zij leidden vandaan, ik geloof, dat er dan wel andere onordelijkheden zouden voorkomen dan nu het geval is.

In verband daarmede zij vermeld, dat blijkens mij gedane vragen door en gehouden besprekingen met bestuurderen van Vereenigingen voor Kinderbescherming en Verzorging deze het dikwijls op prijs stellen zouden, dat de aan hen toe te vertrouwen regeerings- (c. q. voogdij-)kinderen eerst eens een weinig geschaafd en gepolijst werden in de tuchtschool, alvorens zij in de particuliere gezinsverpleging werden genomen. Evenzeer zouden zij het waardeeren, indien de mogelijkheid werd geschapen, dat een tijdelijk door omstandigheden uit het lood geslagen kind, door de zorg van dergelijke vereenigingen ondergebracht in een particulier gezin, tijdelijk in de tuchtschool kon worden opgenomen om weer even ’t orde en tuchtgevoel normaal te doen werken en de zich ontwikkelende weerbarstigheid den kop in te drukken. Na een verblijf van eenige maanden in een tuchtschool konden dergelijke pupillen dan weer gewoon naar een gezin terugkeeren.

In dergelijke gevallen hebben de bedoelde vereenigingen