Deze prijs is als volgt uit de fabricatie-rekening van het jaar 1913 af te leiden. Nemen wij aan dat al het in dat jaar gemaakte en afgeleverde gas behoord had tot de categorie van gas, waarvan hier sprake is, dan zoude dit de volgende fabrikaliekosten veroorzaakt hebben:

Kosten van steenkolen . . . . f 128.351,22 „ „ stookloonen en machinisten – 15.452,07 „ „ zuivering 114,26 „ „ antraceenolie ... – 649,77^^ „ „ meerder onderhoud en meerdere algemeene kosten ruim geschat op 7.432,67'* Tezamen rond. . . f 152.000,—

De bijproducten zouden opgeleverd hebben: Aan cokes en gruis ï 62.121,70 teer – 12.062,78 „ ammoniakwater .... . – 10.086,64 f 84.271,12

De fabricatiekosten van 3.634.780 gas zouden dus geweest zijn: (152.000,- – 84.271,12) 3634780

Op dit meerdere gas drukken geene distributiekosten omdat het buizennet, noch de dienstleidingen behoeven uitgebreid, geen meters daartoe bijgeplaatst te worden en bij het opnemen van de meters even gemakkelijk eene grootere hoeveelheid als eene kleinere kan geconstateerd worden.

Met eene winst van 33% kan dit gas aldus verkocht worden tegen 2,5 cent per M“.

Het tarief, dat ik wensch voor te s'ellen berust op den grondslag het gas, dat tot dusverre reeds voor verlichting, verwarmen en koken verbruikt wordt te verkoopen voor den uniformen prijs van 7 cent per en dat wat méér wordt verbruikt boven de percentages van het December-verbruik zooals die thans reeds uit ervaring zijn verkregen, verkrijgbaar te stellen tegen 2,5 cent per M“. tot een maximum van het December-verbruik.

De prijs van het gas, verbruikt voor industrieele doeleinden zoude, voor wat betreft de eerste hoeveelheid, ten einde de industrie te bevorderen en omdat het meestal betreft verbruik van groote hoeveelheden door eenzelfden verbruiker, moeten blijven gelijk hij thans is, voor de eerste

5000 per jaar 6 cent en voor het meerdere 5 cent per M“. De lagere prijs van het verwarmingsgas welke thans geldt, zoude terug gevonden worden in den zeer lagen prijs van de hoeveelheid te verkrijgen ad 2,5 cent per M^.

Het tarief zou als volgt te formuleeren zijn: „Het gas, over de gewone meters gemeten, „kost:

„In de maanden December en Januari „8 cent per M“. indien het gas door eenzelfden „afnemer voor industrieele doeleinden wordt „verbruikt, met uitsluiting van verlichting voor „meer dan één vlam, per motor of industrieelen „gasoven en dit wel voor de eerste 5000 in „eenzelfde kalenderjaar verbruikt;

„7 cent per M*. voor het meerdere dan 5000 ~M». in hetzelfde kalenderjaar verbruikt; „9 cent per M’. voor elke hoeveelheid voor „andere dan industrieele doeleinden verbruikt.

„In de overige maanden van het jaar zijn de „gasprijzen gelijk aan die voor de maanden De„cember en Januari bepaald, behalve voor die „hoeveelheden door eenzelfden afnemer ver„bruikt, gelegen tusschen de nagenoemde per„ceniages van eiken maand afzonderlijk van zijn „grootste verbruik in een der voorafgaande „maanden December en Januari en zijn totaal„verbruik in die maand (voor de gezamenlijke „maanden Mei, Juni en Juli en Augustus ieder „tweemaal het December- of Januari-verbruik) „waarvan de prijs bedraagt 4,5 cent per M“.

„De bedoelde percentages zijn voor de maand: „Februari 80

„Maart 70 „April 70 „Mei en Juni samen ... 100 „Juli en Augustus samen . 110

„September 70 „October 80 „November 90

„Voor de berekening van de grens tusschen „den hoogen en den lagen prijs, wordt van een „December- of Januari-verbruik dat grooter is ’’dan een veelvoud van 10 het meerdere dan dit „veelvoud gelijk gesteld aan nul indien het viji '„of minder is, en aan tien indien het grooter is „dan vijf.

„Voor een verbruiker, aan wien de gasfabriek „begint te leveren in den loop van het jaar, gel”den de prijzen voor de eerste gedeeltelijke en