oorzaken, die tot gemeentelijke exploitatie voerden heen ?

Zeker, de bedrijfsfouten waren voorheen, mede een argument voor gemeente-exploitatie, doch de indirecte oorzaken zitten dieper.

Wie de Staatsromans heeft gelezen, van Plato e. a. in de oudheid, van Saint Simon e. a. in latere tijden, gevoelt dat Staats- en gemeenteexploitatie maar niet zoo uit de lucht is komen vallen, doch een wordingsproces heeft ondergaan.

Gemeente-exploitatie is gegroeid; het zaad werd daarvoor gestrooid, in de grijze oudheid bij de Grieken, in de middeneeuwen in Europa. In de natuurlijke gemeenschapszin der bevolking van eene stad of plaats, moet de historische ontwikkeling gezocht worden van het privaatrechtelijke naar het publiekrechtelijke bedrijf. Wat de Gilden deden in de middeneeuwen ten behoeve der „poorters”, de arbeid op de „vroonhoeve”, is de primitieve voorgang van ons modern gemeentelijk beheer.

De gemeenschap eischt, dat de stadsbestuurders verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor den goeden en ongestoorden gang van die bedrijven, welke in de gemeenschapsbehoefte voorzien. Water- en lichtverzorging, openbaar verkeer,-ook geestelijk verkeer, de telefoon, reiniging, gasthuizen etc.; zijn behoeften geworden waarin de Gemeente moet voorzien.

Voor dit bestek zou ik ongetwijfeld te uitgebreid worden, wanneer ik Prof. Treub, Prof. Quack en zoovele anderen citeerde, die geschiedkundige argumenten leveren, als bewijs dat gemeente-exploitatie een wordingsproces achter zich heeft, een eeuwen lang wordingsproces.

„Particulier beheer onder gemeentelijke controle”, wil de heer Somer. Men bedenke, dat dan de bedrijfsleider voor de zelfde verhoudingen zou komen te staan. Vaststelling van arbeidsvoorwaarden voor het personeel in openbare bedrijven wordt beheerscht door de machtsverhouding van de arbeiders.

Bedrijven als gasfabrieken, tram, telefoon, waterverzorging etc. kunnen onder particulier beheer staan, doch het publiekrechtelijke van die bedrijven eischt een strenge gemeentelijke controle.

Het stadsbestuur kan zich onder de tegenwoordige omstandigheden niet meer losmaken van het vaststellen van arbeidsvoorwaarden voor het personeel; de macht van de arbeidersorganisatie is er om minstens de zelfde eischen te stel-

len, als die welke ontleend worden aan een vaste aanstelling van de Gemeente zelve; waar is het ongebondene van den particulieren bedrijfsdirecteur?

Ook bij particulier beheer zouden boven en beneden den directeur de controleurs staan met allerlei reglementen in de hand, angstig wakend voor overtredingen.

Men moet de macht van de arbeidersorganisaties niet kennen of miskennen, om te denken dat bij particulier beheer het lastige van reglementen en voorschriften zal zijn vervlogen.

Wanneer de heer Somer, een blik slaat in de besteksbepalingen voor aannemers van gemeente-werken, voor leveranciers aan de gemeente, dan komt hij met mij tot de conclusie, dat het particulier bedrijf onder gemeentelijke controle niet zoo aanlokkend is.

Bedrijven als van de firma’s Stork te Hengelo, en V. Marken te Delft, komen in geen vergelijking met publiekrechtelijke bedrijven. Het publieke belang bij gas-, water- en trambedrijf, is niet aan te toonen voor machineriën of gist en spiritus.

Over het uitstekende van de verhoudingen bij die firma’s te Hengelo en Delft, zullen wij hier niet spreken, omdat het „uitstekende” afhangt van iemands sociaal voelen.

De heer F. v. d. Goes, privaat docent aan de Amsterdamsche universiteit, heeft de stelsels van Stork en v. Marken aan een scherpe critiek onderworpen. De heer Wibaut, Wethouder van Arbeid te Amsterdam, heeft de verschillende stelsels aan Engelsche fabrieken, soortgelijk aan die van Stork en v. Marken, in zijn „Economische kroniek” zeer juist geanalyseerd. En wat is er terecht gekomen van de fabrieksdemocratie van den heer Dr. Eringaard, aan zijn brouwerij te Amsterdam ?

De verhoudingen bij Stork en v. Marken uitstekend te noemen is een zeer gewaagd iets.

„Het sociaal geweten van den particulieren patroon is ook ontwaakt. Ook bij hem kunnen ’) de belangen van den werkman veilig zijn”, zegt de heer Somer.

Zeker, is dat het geval, maar in dit bestek meen ik reeds aangetoond te hebben, dat „arbeiderszorg” niet een directe aanleiding is geweest tot gemeente-exploitatie, wel mede een argument. De loonstandaard en arbeidsduur is in vele gemeenten minder gunstig dan die van particulieren.

') Spatiëering van mij. P.