„Het heengaan van den heer Visser als Onder„Directeur der Gem. Gasfabrieken zal ons zeer „zeker doen verliezen.

„In zijne persoonlijkheid was nimmer iets te „bespeuren van die malle vrees voor verlies van „prestige, wanneer de werklieden of hun orga, nisatiebesturen door hem werden ontvangen.

„Integendeel vond ieder bij hem een gewillig „oor en ook een man, die elke grief, hoe gering „ook, ernstig opnam en onderzocht.

„Zeer zeker zal er nog aan te merken zijn „op „Zuid”, doch als organisaties en werklieden „een keus hadden te doen tusschen heengaan of „blijven van den heer Visser dan kon die keus „niet twijfelachtig zijn.

„Het vereerend ambt, waartoe de heer Visser „is benoemd, doet ons een dier weinige supe„rieuren verliezen, welke onze volle sympathie „hebben.

„Dat hij in zijn nieuwe ambt zijn gedachten „en doen zal overbrengen op hen, die later, „evenals hij tot nu toe, met arbeiders en hun „organisaties zullen moeten omgaan, is onze „wensch. En wij vertrouwen hem die toe. Zijn „persoonlijkheid vergeten wij niet licht.”

Breeder uitgewerkt en met een typeerend voorbeeld voor de ruime opvattingen van den heer Visser wordt in een artikeltje in hetzelfde blad nog eens hetzelfde gezegd, terwijl in de „Gemeente-Arbeider” het bovenvermelde officieele bericht uit de „Gaswerker” wordt overgenomen en door de Redactie van de „Gemeente-Arbeider” nog nader wordt uitgewerkt tot eene tegenstelling tusschen den heer Visser en andere superieuren, „die het zich tot een plicht rekenen op

„de meest onbehoorlijke wijze tegenover de „werklieden te moeten optreden en op de meest „cynische wijze de verzoeken der organisaties „te moeten negeeren ja zelfs de afgevaardig„den nog niet eens behoorlijk te woord staan.”

Ten slotte het publiek, bij monde van de dagbladpers; het „Handelsblad schrijft: „De gemeen„te Amsterdam verliest in den heer Visser een „hoogst bekwaam ambtenaar. Het feit, dat hij in „Delft onmiddellijk aanvangt met het maximum„salaris aan het hoogleeraarsambt verbonden „een eisch, welke door den heer Visser voor zijn „benoeming werd gesteld is wel een bewijs „hoezeer zijne verdiensten ook elders op prijs „worden gesteld.”

De Vereeniging „Dordrechtsche Ambachtsschool” heeft deze t>enoeming van een oud-leerling dier school zoo vereerend gevonden, dat zij in eene buitengewone vergadering op voorstel van het bestuur den heer Visser met algemeene stemmen tot eerelid dier Vereeniging heteft benoemd.

In datzelfde Dordrecht is er een onderwijzer geweest, die voor jaren de voorspelling heeft gewaagd, dat zijn leerling Visser het nimmer tot iets zou brengen ’t kan verkeeren!

Professor Visser, die het voorgaande ais lid van onze Vereeniging onder de oogen zult krijgen, aanvaardt bij monde van de Redactie van „Het Gas” de gelukwenschen van uwe medeleden, weest overtuigd dat zij deelen in de vreugde, die over deze benoeming in U zal zijn en gelooft, dat zij met een „gaat zoo door” in het hart, afwachten de dingen die nog komen zullen.

J.