HCN met eene oplossing van kalium-carbonaat gewasschen wordt, dan lost deze de genoemde onzuiverheden op en het gas verlaat gezuiverd den wasscher. De wassching is volgens laboratoriumproeven zeer actief; volgens onderstaande tabel neemt een 25% K2CO3 oplossing eene hoeveelheid zwavelwaterstof op van 1,2%, uit gas bevattend naast 1,8% CO2, ongeveer 10 Gr. H2S per M^.

TABEL 1.

Oplossing van 17% K2CO3 verzadigd bij 0,80% H2S

Oplossing van 25% K2CO3 verzadigd bij 1,20% H2S

Oplossing van 60% K2CO3 verzadigd bij 3,80% HaS

Het zoodanig gewasschen gas is zeer zuiver. Een steenkoolgas op de gewone manier met ijzeroxyde gezuiverd bevatte 60 Gr. zwavel per 100 M”. Hetzelfde gas met potasch-oplossing gewasschen bevatte niet meer dan 35 Gr. zwavel. Evenals de zwavel wordt ook het cyaan geheel uit het gas gewasschen, hetgeen ongetwijfeld een groot voordeel is boven de oude wijze van zuivering die niet meer dan 60 a 70% van het cyaan wegneemt.

Indien de potaschoplossing niet op eene praktische manier geregenereerd kon worden, dan was dit zuiveringsprocede onbruikbaar. Doch een eenvoudiger regeneratie dan men hierbij kan toepassen is al niet denkbaar. Leidt men namelijk een gas dat vrij is van zwavelwaterstof b.v. lucht door de met zwavelwaterstof verzadigde vloeistof, dan blijkt het, dat lucht de zwavelwaterstof opneemt en zoodoende de vloeistof na eenigen tijd geregenereerd is. Gedurende deze regeneratie hebben de volgende reacties plaats:

3°. KSH + KHCOa = K2CO3 + US KCN + KHCO3 r= K2CO3 + HCN

Deze reactie wordt door de volgende proef juist geïllustreerd:

Door eene oplossing in water van K2S (KSH) werd lucht gevoerd en deze lucht op H2S onderzocht, met negatief resultaat. Dit veranderde echter toen aan de oplossing eene hoeveelheid bi-carbonaat toegevoegd was. De uit de waschflesch stroomende lucht was nu sterk met H2S beladen. Ongetwijfeld wordt deze reactie daardoor verklaard, dat de lucht koolzuur uit het bi-carbonaat vrijmaakt en dit CO2 op K2S (KSH) gaat inwerken waardoor HaS vrijkomt.

Vergelijken we de formules 2 en 3 dan kunnen wij direct schrijven:

4°. Wasschlng —H.S + K.CO,r KHCO.+ KSH Regeneratie^—

De uit den regenerator stroomende lucht bevat tot 2% H2S, die op geschikte manier tot zwavel of zwavelzuur verwerkt kan worden. Dit zal echter slechts door de grootere gasfabrieken met voordeel kunnen geschieden. Voor de Cokesovens zal deze zwavelrecuperatie de reden zijn tot inschakeling in het bedrijf, voor zoover ze niet reeds aangewezen zijn op eene reiniging van het gas voor hun gasmotoren. Bij de kleine en middelmatige fabrieken moet de uit den regenerator stroomende lucht in een schoorsteen geleid worden.

De invloed van het koolzuurgehalte van het gas. De technische gassen bevatten over het algemeen een zeker percentage koolzuur. Het steenkoolgas uit de gasfabrieken b.v. heeft gewoonlijk IV2 a 2%. Het Cokesovengas iets meer, n.l. 2 a 2,5%. Het gecarbureerd watergas uit goed gecontroleerde fabrieken bevat 2,5 a 3 % CO2. Daar ook koolzuur door kalium-carbonaat geabsorbeerd wordt, rijst vanzelf de vraag of en in welke mate de zwavelwassching door het koolzuurgehalte wordt beïnvloed. Proefnemingen hebben bewezen, dat het koolzuurgehalte werkelijk de zwavelwassching in zekere mate tegenwerkt, doch dat een matig gehalte (zooals de industriegassen t>evatten) de zwavelwassching met potasch niet onmogelijk maakt. Men zou geneigd zijn te veronderstellen dat gedurende de gaswassching alle carbonaat in bi-carbonaat omgezet werd door het koolzuur van het gas, zoodat als de vloeistof langen tijd in aanraking bleef met het gas, de in den aanvang mede opgenomen zwavelwaterstof later weer wordt uitgedreven. Deze veronderstelling is echter niet juist. Evenals het water in den ammoniakwasscher slechts tot 2 a 3% NH3. absorbeert niettegenstaande zooals bekend is een liter water in staat is tot 750 liter ammoniakgas te absorbeeren, zoo ook kan een kaliumcarbonaatoplossing met gas met een verdund koolzuurgehalte niet heelemaal in bi-carbonaat omgezet worden. In de vloeistof namelijk stelt zich tusschen het kalium-carbonaat, bi-carbonaat en het koolzuur van het gas een bepaald evenwicht in. Dit evenwicht was het onderwerp van onze verdere onderzoekingen.