Naast de besparing, die hierboven in cijfers is belichaamd, moeten wij billijkheidshalve nog wijzen op bezuinigingen die moeilijk, zoo niet onmogelijk in cijfers zijn uit te drukken. Wij noemen slechts de absolute onafhankelijkheid van een varieerende markt, vervoermiddelen, vracht, force-majeure, risico, die vastzit aan oliezendingen enz. enz.

0 Soortelijk gewicht. Calorische waarde. Waterstofgehalte. Temperatuur waarop de olie gaat branden C“. Viscositeit volgens Engler bij 20“ C. onder. Gasolie 0,84—0,88 10—11000 12-13 65 2,6 Bruinkolenteerolie .... 0,83—0,92 9 9800 11 13 65—125 1,5-2,7 Steenkolenteerolie .... 1,0 -1,1 88— 9200 6-8 65—90 ongeveer 1,0

Het zou verkeerd zijn dogmatisch vast te houden aan boven gegeven berekeningen en cijfers, zij hebben niet de pretentie van absolute waarheden, doch meenen de verdienste te hebben, den lezer een denkbeeld te geven, hoe ten naasten bij de finantieele kant van het vraagstuk er uit ziet.

Het behoeft geen betoog dat voor grootere installaties deze cijfers evenredig gunstiger worden.

') Ing. O. Spettmann Hamburg. Dinglers polytechnisches Journal Heft 20, 1915.

Waar wij aan het einde zijn gekomen van hetgeen wij voorloopig over deze materie wenschten in het midden te brengen, daar zij het ons vergund nogmaals en met nadruk op den voorgrond te plaatsen, dat èn het hoofdbezwaar van de eertijds ongezonde werkwijze geheel is opgeheven, door de, in haar eenvoud schitterende werkwijze, volgens het octrooi van Dr. Kubierschky, èn op de basis van bovenvermelde cijfers het verwerken van teer aan gasfabrieken in eigen bedrijf op deze wijze voordeelig zal blijken.

Aan de vergrijsden in het vak, die de kennis en lust bezitten, zij het overgelaten om het residu der bezwaren, die het verwerken van het teer in eigen bedrijf nog in den weg staan, onder de oogen te zien en zoo mogelijk te ontzenuwen.

Delft, October 1915.

Beschrijving van een toestel voor het vullen van den saturator der zwavelzure ammoniakfabrieken,

door O. Daams.

Op de meeste gasfabrieken, waar men het ammoniakwater verwerkt tot zwavelzuren ammoniak, wordt het daarvoor benoodigde zwavelzuur in den saturator gebracht, ’tzij door oppompen met een koperen pomp, die in het fust wordt geplaatst, ’t zij door het aftappen van het zuur in een emmer of ander hanteerbaar vat, en daaruit overstorten in den saturator.

De pomp is gewoonlijk spoedig defect, de emmers houden het niet lang uit, bij het overstorten wordt zuur gemorst, de kleêren van den werkman worden beschadigd en bovendien komt het voor dat de werkman door opspattend zuur ernstig aan gelaat, handen en soms ook aan de oogen gewond wordt.

Om een en ander te voorkomen, zocht ik naar een middel om het zuur langs een minder gevaarlijken weg te krijgen daar waar het verlangd wordt, en vestigde ik mijn aandacht op het door middel van luchtdruk overbrengen van het zuur.

Ik construeerde een toestel dat als volgt is samengesteld: Fig. I stelt het geheele toestel voor, zooals het thans in gebruik is; fig. II geeft een detail van het gedeelte A. en fig. 111 een dito van gedeelte B.

Op een stuk V/' pijp a fig. 11, dat reikt van den onderkant van het fust tot sok b, wordt een lange draad gesneden, waarop wordt geschroefd een verloopsok X C en een contra-