Beschrijving van het ongeval met den gashouder te IJsselstein,

door J. B. ten Hout.

Waar een ongeval als met den gashouder op onze fabriek naar ik geloof, nog nimmer in ons land voorkwam, meen ik mijne collega’s eene korte beschrijving van dit eigenaardige geval verschuldigd te zijn.

Op Zaterdagavond 13 Nov. om lIV4 uur werd ik door den stoker geroepen terstond in de stokerij te komen. Bij mijne aankomst vloog het gas met geweld de retorten uit, het water uit de pulglazen van het manometerbord (tot en met uitlaat meter) was geheel weggespoten, terwijl enkele syphons in de fabriek waren ontzegeld. De afvoer van het gas naar de gemeenten was normaal, zoodat ik een verstopte inlaat gashouder vermoedde.

Bij het opendraaien van den bijpas gashouder liep het water uit den meter van Vreeswijk (deze is aangesloten op den uitlaat gashouder) over naar den regulateur van die gemeente, terwijl het licht op de fabriek begon te dansen. De inlaat gashouder werd toen terstond dichtgedraaid, toch kon niet voorkomen worden dat de lichten op de fabriek uitgingen.

Alles wees dus op een lek aan den inlaat-gashouder, bij het afnemen van den plug van den syphon spoot het water dan ook eenige meters hoog op.

Door het afnemen van het schoonmaakdeksel van den uitlaat werd het grootste gedeelte van het ingevloeide water in den kelder afgelaten waardoor het gas via den bijpas weder weg kon. Dit verloop had zoo snel plaats dat de straatverlichting in beide gemeenten aanbleef, door verder over den bijpas te blijven werken, was dit incident voorloopig afgeloopen.

Reeds geruimen tijd toonde de gashouder, welke op een betonplaat (gebouwd door de firma Stulemeijer te Breda) staat, eene vrij belangrijke verzakking. Daardoor ontstond het vermoeden, wat bij de opening van den gashouder ook juist bleek, dat de inlaat bekneld was geraakt, met de afsluitinrichting op de klok, dat deze afsluiter de pijp opzijde had gedrukt, waardoor een breuk moest volgen. |

Ëlj dit vermoeden was dus de niet uitgesloten dat ook de uitlaat hetzelfde lo^

zou ondergaan en, aangezien wij slechts één gashouder rijk zijn, zou bij een zoodanig verloop de gaslevering geheel moeten worden stopgezet.

Wenschelijk was het dus ten spoedigste tot reparatie over te gaan, en daar de breuk zoowel beneden als op een andere plaats kon zetelen, was het noodig dat alle buizen en hulpstukken in voorraad waren.

Bij de besprekingen met het gemeentebestuur.

bleek mij dat de wensch voorzat, zoo mogelijk de gaslevering geregeld te laten doorgaan.

stel u dus voor: een gasfabriek, ingericht voor 2400 per etmaal met een gasverbruik van 1400—1600 per 24 uur en een grootst uurverbruik van 160 M»., terwijl de stokerij 3 halfge-