De heer Van Veen: Wij sluiten den aanvoer dan van 7 tot 8 uur af. Wij hebben slechts een keer stagnatie gehad.

De Voorzitter: Als U met de hoofdbuis bezig is, hebt U toch stagnatie?

De heer Van Veen: De watertoren staat in de stad, dus hebben wij geen stagnatie. Zoo hebben wij in betrekkelijk korten tijd 7500 meter 3 en 4* buis schoon gemaakt.

De heer Ribbius: Weet de heer Van Veen of de aangroeiïng reeds hard is terwijl het in het water zit. Ik meen, dat die aangroeiïng eerst hard wordt, wanneer men de stukken aan de lucht blootstelt.

De heer Van Veen: Die stukken zijn direct hard. Dat is onderzocht.

De Voorzitter: Ik heb met groot genoegen kennis gemaakt met de nieuwe wijze, die zoo ingenieus gevonden is door de waterleiding te Breda, voor de reiniging.

Ik juich dit te meer toe, omdat ik gisteren al heb gezegd, dat ik een voorstander ben van Nederlandsche Nijverheid en nu blijkt het al weer waar hier met groot succes roestpuisten op mechanisch gebied uitgeslagen zijn dat aangroeiïngen op meer eenvoudige wijze kunnen worden verwijderd als tot nu toe.

Ik dank U voor uw mededeeling en ik hoop, dat U in de volgende vergadering meer uitgebreid daarop terug wilt komen. Ik denk, dat U ook verder veel nieuws zult ondervinden en beveel onze vereeniging wel aan, opdat zij kan profiteeren van uw ondervindingen.

De heer Van Veen: M. de V., U zegt, dat het een nieuwe wijze is om buizen te reinigen. Dat is het niet, maar men heeft er weinig van gehoord. Wij hebben gehoord, dat voor dit doel messen worden gebruikt en hebben wij die zelf geconstrueerd. Slechts na proeven zijn wij ten slotte tot den hier getoonden vorm gekomen.

De Voorzitter: U hebt dus iets gehoord en langzamerhand is U toen gekomen tot dit toestel Dus deze vorm is het eerst toegepast in Breda.

De heer Van Veen: Dat veronderstel ik.

De Voorzitter: Dus de eer komt U toe, dat U dit hebt gevonden.

De heer Lenderink: Ik wou opmerken, dat in Wageningen ook gebruik is gemaakt van reinigingstoestellen en toen bleek, dat de aantasting zoo zwaar was, dat de turbine geen dienst meer kon doen. Toen heeft de Duitsche Mij. een toestel gebracht als dat van den heer Van Veen. Alleen was er geen opvolgende rij van messen, die den geheelen wand bestreken, maar dit moest slechts dienen als voorlooper van de toestellen, die zij gewoonlijk daarvoor gebruikten.

Hoe staat het verder met de asfalteering na de reiniging!

De Voorzitter: Er is reeds gezegd, dat zij niet beschadigd waren.

De heer Van Veen: Ik moet nog zeggen, dat die messen nauwkeurig moeten worden gemaakt.

De vouw moet echter iets van den wand van de buis afgebogen zijn. Het geheel wordt gespannen door den enormen weerstand.

De Voorzitter schorst de vergadering tot des middags.

Middagvergadering op 7 September,

De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan den heer Smit Kleine voor het demonstreeren van enkele toelichtende lichtbeelden bij zijn voordracht.

De heer Smit Kleine vertoont de volgende beelden:

H. Repulsie- en asynchrone motor.

2e. Verschil in aansluiting van repulsie- en asynchrone moten

3e. Afbeelding van de electrische waterleiding in Santpoort. 4e. Asynchrone motor.

se. Afbeelding van de onderdeelen van een gewonen motor met draaistroom-anker.

6e. Gezicht op de waterleiding te Bloemendaal, met gelijkstroom motor.

7e. Pomp te Bloemendaal, die het water uit diepboringen opvoert naar een hoogte van ongeveer 40 M.

Be. Schakelbord van de Zaanlandsche waterleiding.

Qe. Een deel van de Zaanlandsche waterleiding, waarin kleine electromotorpompen worden gebruikt om overvloed van lucht uit de zuigbuis te kunnen halen.