Bij het gereedmaken dezer maaltijden, die in de praktijk voor vijf a zes personen zouden kunnen dienen, wordt een gewone gangbare weg genomen, die elke huisvrouw kan bewandelen; kunstgrepen komen er niet bij te pas en goede toestellen, oplettendheid en een normale hoeveelheid huisvrouwelijke handigheid zijn alles wat vereischt wordt om eenzelfde resultaat te kunnen bereiken.

Ik geef hier eenige van de verkorte menu’s met het quantum voor de bereiding gebruikte gas.

Soep, roastbief, spruitjes, aardappelen, gevulde appelen bereid; met 700 L. gas.

Soep, rollade, koolraap, aardappelen appelschotel; bereid met 640 L. gas.

Soep, vleesch, Brusselsch lof, aardappelen, griesmeelschotel; bereid met 519 L. gas.

Soep, kalfvleesch, spinazie, aardappelen vanillevla; bereid met 630 L. gas.

Soep, kalfvleesch, rhabarber, aardappelen, koffievla; bereid met 519 L. gas.

Soep, schaapvleesch, aardappelen, snijboonen, gestoofde pruimen; bereid met 690 L. gas.

Soep, runderrollade, andyvie, aardappelen, rijstebrij (hooikist); bereid met 720 L.'gas.

Soep, gehakt, appelmoes, aardappelen, maizenavla; bereid met 700 L. gas.

Het gemiddelde gasverbruik per diner bedraagt dus 652 liter.

Men mag zonder eenige overdrijving de bovenstaande menu’s aannemen als een normale burgerpot. Er zullen talrijken zijn met een meer gestoffeerd menu, doch er zullen ook tal van huishoudingen zijn, waar de maaltijd er eenvoudiger uitziet. Aan de hand van het genoteerde gasverbruik krijgen wij dus bij een burgerhuisgezin van, zegge vijf personen, per jaar een gasverbruik van in ronde cijfers 240 ML gas per persoon, alleen voor de bereiding van het middagmaal.

Is dat verbruik nog voor bezuiniging vatbaar? Hierop wordt antwoord gegeven door het menu van een lezing, die geheel in het teeken der gasbezuiniging stond.

Dit menu bestond uit groentesoep, hutspot met klapstuk, benevens rijst met appelen, bereid in de hooikist, alles in alles gereed gemaakt met 327 L. gas, dus bijna de helft van het gemiddelde verbruik in gewone omstandigheden.

Nu mag dat cijfer weliswaar niet als uitsluitende maatstaf gelden, het toont door het zeer belangrijke verschil niettemin ruimschoots aan.

dat door het veelvuldig gebruik van de hooikist er toch heel wat aan brandstof kan worden uitgewonnen. Vooral is dit belangrijk, omdat het tegenwoordige rijstmenu zich bij uitstek leent voor behandeling in de hooikist.

Laat ons nu eens nagaan, wat of Meurer aangaande het gasverbruik in huis mededeelt.

Blijkens zijn opgave bewoont hij een huis van acht kamers van welke één niet voor gasverlichting is ingericht, zoodat er dus zeven voor gasverlichting in aanmerking komen. Terwijl de slaapkamers alle een enkelen brander hebben, zijn er voor de vier kamers (eetkamer, salon, boudoir en studeerkamer) tezamen 14 branders aangebracht. In een jaar tijds hebben alle branders tezamen 655 gas verbruikt of 94 M“. gas per verlicht vertrek, hetgeen goed overeenkomt met de rekening van H. Menzei die per jaar, per kamer (keuken inbegrepen) op een verbruik aan verlichtingsgas van 100 M®. rekent. De verdeeling van het gasgebruik voor de verlichting over de verschillende kwartalen had het volgende verloop: Iste kwartaal 33,3%,2de kwartaal 17,4%, 3de kwartaal 14,2 en 4de kwartaal 35,1%.

Meurer heeft voor de verlichting van de zes kamers plus keuken in het geheel 17 gasbranders aangesloten. Voor normale tijden moge dit alleszins toelaatbaar zijn, in onze tijden zouden wij zeggen, dat het er tien teveel zijn, want voor zeven lokalen heeft men aan zeven branders genoeg. Nu geldt het een berekening te maken wat of het gasverbruik met deze 7 branders zou kunnen geweest zijn. De andere wijze van berekening door Menzei aangegeven om voor eiken aangesloten gasbrander een brand-uur per dag aan te nemen gaat thans niet op, want ik zou op grond van deze basis op 2555 branduren per jaar en dus op een gasverbruik van 256 ML voor de verlichting komen. Dit zou een zeer krasse bezuiniging zijn.

Wij mogen aannemen, dat in deze tijden de salon niet verlicht wordt, wanneer men in de huiskamer zit, terwijl eveneens de studeerkamer maar eens te hooi en te gras zal worden verlicht.

Ik krijg nu de volgende opstelling: woonvertrek gemiddeld per dag 4 branduren totaal 4

1 studeervertrek en 2 slaapkamers per

dag 1 branduur . . totaal 3 keuken per dag 3 braiiduren totaal 3 totaal 10