Voorgaande denkbeelden zijn toegepast in de teekening van den saturator, welke hiernevens is opgenomen en welke wel geen verdere toelichting zal vereischen (afb. 3 ).

Het dient vermeld, dat een naverzadiger dikwijls met succes toe te passen is. Deze is ook denkbaar in combinatie met bijgaanden saturator.

Wij mogen niet nalaten op te merken, dat zoo de sulfaatbereiding met toepassing van ketels, verhit door direct vuur, geschiedt, een onderzoek der rookgassen op ammoniak van tijd tot tijd moet plaats vinden. Ook hier laat de reuk ons weer in den steek, tenzij er zeer veel ammoniakgas ontwijkt. Met behulp van een aspirator (afb. 4) zouden wij nu een bepaalde hoeveelheid rookgassen door een waterfleschje met wat gedestilleerd water en eenige ccm. verdund zwavelzuur (1 :5) gevuld, kunnen zuigen, daarna met deze vloeistof een reageerbuis gedeeltelijk

vullen en met een overmaat kaliloog oplossing (amm. vrij) haar alcalisch maken. Tenslotte

voegen wij op de gewone wijze eenige druppels Nessler’s reagens toe.

l Afb. 4.

Maatregelen bij onderbreking van het bedrijf der gasfabrieken en bij onvoldoenden kolenaanvoer.

Ontleend aan verschillende artikelen in \\ti Journal f. G. u. W. Jaargang 1917,

door C. T. S.

Vervolg van bladz. 235 Julinummer.

Bij de beantwoording van vraag 2 schrijft de heer Kobbert, dat het meest voorkomende geval van de inkrimping van het bedrijf wel zal zijn, dat voor het gasverbruik van den avond geen voorraad in de gashouders beschikbaar is, en dan eischt de gasaflevering de grootste opmerkzaamheid. De gasfabriek moet vooruit van de drukverhoudingen in het buizennet goed op de hoogte zijn, en zich daarvan op de hoogte blijven houden. Daarvoor dienen de dagelijksche bladen van de registreerende drukkingaanwijzers, die over het buizennet verdeeld zijn, en dagelijks van plaats verwisselen. De gegevens van de drukkingbladen worden door de waarneming van de zelfaanstekers met groot nut aangevuld. Indien het buizennet gedeelten heeft, die aanmerkelijk hooger liggen dan de gasfabriek, dan krijgt men het verschijnsel, dat de natuurlijke drukking naar de hooger gelegen plaatsen zuigend werkt op de gashouders, zoodra deze en de regulateur op den bodem zijn gezakt. Deze zuiging wordt opgeheven, doordat men de bypass tusschen in- en uitlaat van derl

gashouder opent, zoodat de gasproductie diiect in het stadsbuizennet kan stroomen.

Vele gashouders hebben over de uitmondingen van in- en uitlaat eene dipinrichting, hangende aan het dek van de gashouderklok en dienende tot het schoonmaken van in- en uitlaat, zonder den gashouder volkomen te ledigen. De verbinding tusschen deze dipklok en den gashouder moet worden hersteld, eer de gashouder op den grond staat, zoo ook moet de bypass tusschen gashouder- in- en uitlaat worden geopend voordat de gashouder geheel ledig loopt.

Meestal biedt de zuiveringsmassa voldoenden weerstand, om de zuiging op den uitlaat van den exhauster te voorkomen. Mocht dit niet het geval zijn, dan sluit men gedeeltelijk afsluiters, totdat zooveel weerstand w'ordt verkregen, dat de bedoelde zuiging wordt opgeheven. Verder moet ook het binnendringen van lucht in de zuiveringsmassa worden voorkomen, en daartoe de zuiging bij de fornuizen nauwkeurig worden waargenomen. |

.Wanner men al deze, eijï«lijk van zelfspwj