totaal-sectie van alle lekken in de pijp voor elke doorsnede afzonderlijk, practischay P. Maar door den inwendigen druk te verhoogen, zal, zooals van zelf spreekt, het aantal lekken toenemen; en het verlies in de eenheid van tijd zal ongetwijfeld in een veel hooger mate stijgen.

Als we als voorbeeld nemen de pijp in kwestie, dan zien we uit (7) dat de verliezen toenemen, hoe verder we boven den gemiddelden druk komen.

De aflevering in cubieke meters per uur van dezelfde buis wordt aangegeven door Q = °,707 |/ 1) (8) 0,98 I P2Ó2L waar pm is de gemiddelde absolute druk in de pijp in Kg/M2. p 2 de absolute druk aan het einde van de buis in Kg/M2. p = Pi P 2 het verschil tusschen de absolute drukkingen aan de twee uiteinden van de buis. d de doorsnede van de buis in cM. = 17,5. L de lengte van de buis in meters = 4000. Ó2 de soortelijke dichtheid van het gas in vergelijking met de lucht (in dit geval 0,45).

p Pl+P2 P = Q+q M 3 uur q 100 q mM. 2 Pl-P2 M^uur q+Q 2200 1200 11,530 2000 1022 41,356 4,04 2000 1150 11,430 1800 967 37,908 3,92 1500 850 11,180 1300 813 29,288 3,60 1000 600 10,930 800 630 20,668 3,28 614 406 10,737 414 449 14,013 3,12 500 350 10,680 300 382 12,048 3,15 400 300 10,630 200 312 10,324 3,30 300 250 10,580 100 219 8,600 3,92 250 225 10,555 50 154 7,738 5,02

En als we de waarden invullen: Q+ q = 0,213 }' p.„ p.

Aan den anderen kant hebben we voor het verlies per uur: _ 60 X 0,06184 , 10,330 (P"--Po) = 0,03448 p.„ 356,198.

O Deze formule is afgeleid van de Jager-formule Q. = 0,707 die te voren gebruikt was om de doorsnede van de pijp = 175 mM. te bepalen. Q 2 stelt voor de décharge p s van de buis die onderweg geen gas afgeeft. Maar als bij n gelijke afdeelingen van décharge q in totaal ph wordt afgegeven, dan correspondeert het verlies van de hoogte h met de hoogte, die een gevolg is van het vervoer (Q -j- q) |'n waarbij wij weten dat vT^^=)''>-i+(r+v„)(s)-

Als n zeer groot is en = 0,03 0,05 zooals in dit geval, dan is y N = 0,98, hetgeen de coëfficiënt is, dien wij in vergelijking (8) vinden.

Als we voor Pi verschillende waarden aannemen en als we stellen, als voren. Po = 200 mM. vinden we voor de décharge en de verliezen in de buis de volgende waarden:

Het is interessant om na te gaan bij welken begin-druk het percentage van het gasverlies het kleinste is in verhouding tot de oorspronkelijk in de buis gevoerde hoeveelheid gas. Het eenige, wat wij hiertoe te doen hebben is te bepalen voor welke waarde van p,,. de verhouding —^ Q + q een minimum wordt —, d. w. z. de waarde waarbij (ol.) dp.„

Als we deze vergelijking oplossen, dan vinden we: 356,198 – 10,530 2,356,193 – 0,03448 X 10,530 ~ mM. of Pi = 614 mM.

Bij een begin-druk van 614 mM., voldoende om per uur 435 gas in den gashouder te brengen, zou bij de pijp in kwestie dus een verlies van 3,12 % plaats hebben. Om practische redenen kunnen we niet altijd van den meest voordeeligen graad van décharge gebruik maken. Deze voorwaarde mag echter niet verwaarloosd worden als de productiekosten van het gas zeer hoog zijn.