Toelichtingen bij de begrooting voor het dienstjaar 1918.

ONTVANGSTEN.

Contributie en entreegelden. Evenals ten vorigen jare is ook thans de opbrengst uit contributies voorzichtig geraamd en is rekening gehouden met de tijdelijke niet-betaling door Belgische leden.

Opbrengst verhuring gaskooktoestellen. Gezien het weinige gebruik, dat van den demonstratie-inventaris wordt gemaakt, is deze post wederom voor memorie uitgetrokken.

Opbrengst verkoop Vereenigingsuitgaven. De werkelijke ontvangst op dit hoofd over 1916 wettigt het vertrouwen, dat over 1918 de opbrengst ongeveer als de geraamde zal kunnen zijn.

Ontvangsten-saldo op de rekening Het Gas. Voor het jaar 1918 geldt ten opzichte van de exploitatie dezelfde • nieuwe toestand als voor 1917, voor welk laatstgenoemde jaar de raming evenwel nog als tot dusverre gebruikelijk moest geschieden. Met ingang van 1 Januari 1917 is evenwel Het Gas in eigen beheer genomen, zoodat thans de volle ontvangst uit advertenties en abonnementen op de ontvangstzijde van de begrooting moet worden gebracht.

Voorzichtigheidshalve is de ontvangstpost laag genomen, lager althans dan op grond van de ervaring blijkens de over de laatste exploitatiejaren overgelegde afrekeningen wel zou kunnen zijn geschied.

Opbrengst op de rekening ,Jnlichtingendienst.” Op dit nieuwe hoofd wordt de ontvangst geboekt uit het voor aanvragers verzenden van circulaires. Op grond van het over 1916 ontvangen bedrag en mede in aanmerking genomen het in toenemende mate gebruik maken van deze publicatie-wijze is voor 1918 een cijfer van f 100,— ontvangst aangenomen.

Rente van gelden in Rekening-Courant. Waar nog steeds de rentevoet voor deposito’s buitengewoon laag is, wordt een laag cijfer, overeenstemmend met het ervaringscijfer over 1916, geraamd.

UITGAVEN.

Kosten van hei Bestuur.

a. Vergaderingen. Aangezien in IQI6 de werkelijke uitgaaf op dit hoofd beneden de raming bleef, niettegenstaande eene vergadering méér werd gehouden dan het reglementaire aantal, wordt de post voor 1918 lager geraamd.

b. Bestuursleden, behalve Secretaris en Penningmeester. De raming voor 1916 schijnt de thans zooveel lagere raming voor 1918 niet te wettigen, doch in het cijfer voor 1916 was opgenomen een bedrag voor vertegenwoordiging, waarop bij het nog steeds voortduren van den oorlog ditmaal wel niet behoeft te worden gerekend. De ervaring leert dat een bedrag van f 100,— onder normale omstandigheden, voldoende zal kunnen zijn.

Dienst van het Centraal Bureau.

Salarissen en algemeene kosten. De raming voor 1918 vergt practisch geen hoogere uitgaaf dan die voor 1917, omdat in de raming 1918 het salaris van een nieuw aangestelde kantoorbediende is opgenomen, dat wordt gevonden uit een hoogere ontvangst op het hoofd Het Gas, als gevolg van het in eigen beheer nemen. De overschrijding van den post in de rekening 1916, ten opzichte van de raming 1916, geeft geen aanleiding ook voor 1918 den post op te voeren, omdat in de rekening 1916 bedragen op dit hoofd zijn geboekt, waarop bij de raming niet kon worden gerekend, o. a. pensioenverzekering van den Directeur. Voor 1917 werd met deze factoren rekening gehouden, zoodat het juister is het ramingscijfer voor 1918 met dat voor 1917 te vergelijken, en dan is de uitgetrokken som voldoende te achten.

Secretariaat en financieel beheer. Deze posten zijn geraamd, overeenkomstig de verkregen cijfers op den dienst IQI6.

Uitgave Het Gas. Voor dezen post geldt de bij den ontvangstenpost gegeven opmerking. De uit-