Ik wil even op ln de centrale keuken worden 1500 a 2000 porties eten per dag bereid, en er woont een groote arbeidersbevolking, die wegens gebrek aan voldoende brood tweemaal per dag zou moeten koken als de centrale keuken werd opgeheven. Hieruit blijkt wel, dat het een zaak betreft, welke wel verdient ernstig onder de oogen te worden gezien.

De heer J. Ph. Bruinwold Riedel, {Utrecht)-. Ik geloof niet, dat een poging van ons, om aan gasfabrieken meer kolen toe te wijzen op grond van de opheffing van de centrale keuken daar ter plaatse, eenig resultaat zal hebben.

Ik geloof ook niet, dat het juist zou zijn. Er zijn plaatsen in ons land, die aan den brandstoffennood zijn tegemoetgekomen door het inrichten van centrale keukens : dat is voor die gemeenten eenvoudig een hulpmiddel geweest om de menschen te helpen. Wanneer nu dat hulpmiddel door gebrek aan grondstof ophoudt te bestaan, dan kan men daarvoor niet geven meer gaskolen aan de gasfabrieken ter plaatse, om de eenvoudige reden, dat er geen gaskolen meer beschikbaar zijn.

De gaskolen, welke men zou geven aan die plaatsen, zou men moeten ontnemen aan andere gemeenten. De heer van der Stel zal het met mij eens zijn, dat dat niet juist zou zijn.

Den plaatsen, welke tot nog toe geen centrale hebben gehad en waar de gasfabriek al dien tijd voor dezelfde moeilijkheid heeft gestaan als de plaatsen met een centrale keuken nu zullen komen te staan, zou men aldus kolen gaan ontnemen om de gemeenten, die tot nog toe een centrale keuken hebben gehad, te gaan helpen aan meet* kolen.

Een andere weg is niet mogelijk, omdat alle gaskolen zoo evenredig mogelijk over de verschillende fabrieken in ons land worden verdeeld. Een grootere toewijzing van kolen aan de eene fabriek kan niet anders gaan, dan ten koste van de toewijzing aan de andere fabriek.

De heer D.P. Ross van Lennep, t. (Kouvenrade)-. Ik wil er ook op wijzen, dat bij de vaststelling van het kolenrantsoen geen rekening is gehouden met het al of niet aanwezig zijn van een centrale keuken ter plaatse. Dus kan in de opheffing van een centrale keuken geen reden

gelegen zijn om aan de betreffende plaats een grooter kolenrantsoen te geven.

De Voorzitter: De tijd is reeds zoover verstreken, dat wij, in verband met de werkzaamheden welke ons nog heden middag wachten, tot sluiting der vergadering zullen moeten overgaan. Verlangt nog iemand het woord?

De heer P. Bolsius, (s-Hertogenbosch): Mijnheer de Voorzitter! Met toestemming van onze seniores verzoek ik U, mij nog even het woord te verleenen.

Het waren buitengewone omstandigheden, die U op den Voorzittersstoel geplaatst hebben. Het was zeker een teleurstelling voor ons allen, toen wij ter vergadering opgingen, dat wij met den gekozen Voorzitter zouden vinden om deze vergadering te leiden, het was voor ons een reden van rouw, dat diens aangewezen plaatsvervanger niet meer aanwezig kon zijn.

Het is ook buitengewoon, dat ik, die door U in Uw openingswoord met zulke hartelijke woorden nog buiten het convent der seniores ben gesteld, thans het woord tot U richt, terwijl het toch meestal een senior was, die opstond om aan het eind van de Algemeene Vergadering den dank der aanwezigen over te brengen aan hem, in wiens handen het voorzitterschap berustte, wiens taak het was om ons samenzijn in deze dagen te maken tot een gezelligen kring, waarin het leerzame tot het hoogste toppunt werd opgevoerd.

Aan dien eisch, Mijnheer de Voorzitter, hebt gij niettegenstaande het ongewone, het onvoorbereide, dat voor U de taak zeer zeker moest bemoeilijken, ten volle voldaan.

Mijn woord van erkentelijkheid zou ik aldus willen formuleeren. Zonder een van Uwe voor-AanAers, die wij in volle piëteit en hartelijkheid blijven Acdenken, in het minst te kort te willen doen of ter zijde te willen schuiven, meen ik te moAen zeAéen, dat zeker nooit een Vocmzitter zich meer Aeéeven heeft aan de VerAadermA, dichter bij de VerAaderinA stond dan AU, en dat ook nooit een VerAaderinA dichter bij haren Voorzitter heeft Aestaan tijdens de uren, gedurende welke wij hier hebben samenAewerkt in het belanA van de gasindustrie, dan ditmaal. Met deze woorden zij U de dank van de Vergadering overgebracht voor Uwe leiding.

{lnstemming)