deze met succes verwerkten. Bij de grootere winterproductie bleek dit echter te veel werk te veroorzaken, daar uit een bos slechts 1 a 14 M'k gas geproduceerd werd, terwijl deze in 15 a 20 minuten waren afgewerkt. Wij namen toen versch dennenhout, hetwelk wij hier van de boeren uit de buurtschappen betrokken en dat ons franco op de fabriek, afgezaagd op retortlengte, werd geleverd voor ƒ 180,— per 10 ton. Per retort werd geladen 150 a 200 K.G. welke na 6 uur bleken afgewerkt te zijn. Wij hebben twee achtretorts ovens in bedrijf, waarvan de zijretorten met hout en de middenste met kolen worden geladen om cokes voor de vuren der ovens te verkrijgen. De destillatie van hout geschiedt dus geheel als met kolen, terwijl het gas reeds in de hydraulic main wordt gemengd; de zuiging werd van 30 op ongeveer 50 m.M. gebracht. De condensatieproducten worden dus niet afzonderlijk opgevangen, doch met het teer en het ammoniakwater afgevoerd; ook het koolzuur wordt niet uit het gas verwijderd, de natte en droge zuivering geschiedt onveranderd. De productie van ammoniakwater is natuurlijk zeer groot, waarbij de sterkte varieert van 2 "Bé, terwijl weinig teer wordt verkregen.

De overblijvende houtskool is een uitstekende brandstof en vindt voor ƒ 1,50 per H.L. gretig koopers ter plaatse, de fijnere houtskool wordt voor briketten-fabricage verzonden. Uit 100 K.G. hout wordt ongeveer 20 a 25 M 3. gas geproduceerd en ongeveer 1 H.L. houtskool verkregen. Het gemengde gas heeft een lagere calorische

waarde dan uitsluitend steenkolengas, helaas kan ik deze niet bepalen door gemis van een calorimeter. De vlam is niet zeer lichtgevend : ook de lichtsterkte kan ik niet bepalen, echter wijst de verificateur Giroud een verbruik aan van p.m. 170 m.M. De primaire-luchtopeningen der branders moeten nog eenigzins gesloten blijven om de vorm der vlam beter aan de kous te doen aanpassen. Bij mundusverlichting en gebruik van den staanden Bray’s gloeilichtbrander hebben wij de beste resultaten bereikt; ook de motoren ondervinden geen last. Over de afgeloopen maand Januari hebben wij ongeveer 50°/o houtgas en 50 °/o steenkolengas gemengd afgeleverd. Deze verhouding schijnt practisch de beste resultaten te geven, ook hebben wij wel eens, door kolengebrek gedwongen, 70 a 80% houtgas gemengd, echter deden de verlichting en comforen dan aan bruinkolengas denken. Wij hebben evenwel langer dan een jaar al geen gasrantsoeneering meer behoeven toe te passen.

Nog zij vermeld, dat de temperatuur van het gas door de vrijkomende waterdamp zeer hoog is. Daar wij echter over eene ruime ceintuurleiding en luchtkoeler beschikken, was het mogelijk de temperatuur na de koeling, geregeld op 10 a 15" C te reduceeren. Misschien zullen dus niet overal de zelfde resultaten verkregen worden.

Winterswijk, 11 Februari 1919.

Hoogachtend,

Uw dw..

G. A. ScHOLTEN.

BERICHTEN VAN HEINDE EN VERRE.

PERSONALIA.

J. J. Meulenbelt.-|- Door de Directie der Nederlandsch Indische Gas Maatschappij te Rotterdam werd met zeer groot leedwezen het bericht ontvangen van het overlijden van den heer Jan Meulenbelt, in leven Adjunct-Directeur der gasfabriek te Soerabaia en sinds 1913 gewoon lid onzer Vereeniging.

Meulenbelt werd den 12den Augustus 1886 te Houten nabij Utrecht geboren, bezocht de H. B. S. te Amersfoort en was daarna gedurende 2 jaar als student aan de Technische Hoogeschool te Delft ingeschreven.

Na een ernstige ziekte werd hem door den dokter verdere studie te Delft ontraden en deed hij in April 1910 als volontair aan de gasfabriek te Baarn zijn intrede in het gasvak.

October 1911 benoemd tot Opzichter aan de gasfabriek te Alkmaar, ging hij Mei 1913 over als A'djunct-Gasmeester naar de gasfabriek te Leiden en volgde Juli 1914 zijne benoeming tot Technisch Ambtenaar bij de Nederlandsch Indische Gas Maatschappij en werd hij als zoodanig bij de gasfabriek te Soerabaia geplaatst.

In deze betrekking toonde Meulenbelt reeds spoedig een goed vakman te zijn en heeft hij, op de meest aangename wijze met zijne meer-