Luchtverbruik voor verbranding 3 vol.
Calorische waarde van het verbrandingsmengsel 900 caloriën bovenwaarde; 810 caloriën beneden waarde.
40. Koolgas 4 vol plus 1 vol lucht.
Samenstelling: CO2 3,6; C“H“ 2.1; Oa 4,4; CO 7,5; CH4 22,0; Ha 32,9; N, 27,5.
Totaal aan inerte gassen 35,5 0/q.
Calorische waarde 4077 caloriën bovenwaarde ; 3645 caloriën benedenwaarde.
Luchtverbruik voor verbranding 3,4 vol.
Calorische waarde van het 'Verbrandingsmengsel 936 caloriën bovenwaarde ; 837 caloriën benedenwaarde.
50. Koolgas met halve volume lucht.
Hoeveelheid inerte gassen 51,0 O/q. Zuurstofgehalte 7,9 O/o-
'Calorische waarde; 3132 caloriën bovenwaarde ; 2826 caloriën benedenwaarde.
60. Gas met zeer lage calorische waarde en veel inerte gassen.
Samenstelling CO2 13,3; CnH™ 0,2; O 2 0,3; CO 10,5; CH4 9,6; Hj 28,0; N, 38,1.
Totaal aan inerte gassen 51,7 0/q.
Calorische waarde: 2169 caloriën bovenwaarde; 1926 caloriën benedenwaarde.
Luchtverbruik voor verbranding 1,8 vol.
Calorische waarde van het verbrandingsmengsel 756 caloriën bovenwaarde ; 675 caloriën benedenwaarde.
Uit het zeer uitvoerige cijfermateriaal, hetwelk in zijn geheel te vinden is in het Gas Journal nO. 2894 van 29 – 10 – 1918, nemen wij de vol-
gende samenvatting
N®. 6 is mond- -H koolgas.
Uit deze opsomming volgt, dat de uitkomsten welke met een bepaalde gassoort verkregen worden, afhangen van het aantal toegevoerde caloriën. Vooropgesteld, dat de branders goed geregeld worden, is het nuttige effect practisch
onafhankelijk van de gassamenstelling, van de hoeveelheid inerte gassen of van de calorische waarde. Ten einde in een bepaald tijdsbestek een bepaalde hoeveelheid caloriën te kunnen toevoeren, zonder den gasdruk abnormaal behoeven te verhoogen, is het wenschelijk een matig hooge calorische waarde te kiezen.
Uit de resultaten met gassoort nO. 5 verkregen, dus koolgas met een vrij groot volume lucht vooraf gemengd, blijkt, dat deze voorafgaande toevoeging van een zekere hoeveelheid lucht niet de minste nuttige uitwerking heèft en men dus vry wat beter met gas onder gewone omstandigheden kan werken, aangezien men dan ook bij normalen druk kan blijven, terwijl daarentegen met de luchthoudende mengsels een verhooging van den uitstroomingsdruk beslist noodig is.
De samenstelling en de hoedanigheid van het gas kunnen belangrijk gewijzigd worden, zonder dat bij de tegenwoordig gebruikte toestellen veel verandering in nuttig effect daarvan het gevolg is.
Uit de cijfers blijkt bovendien, dat ringbranders mits goed afgewerkt en goed geregeld nog zulke kwade instrumenten niet zijn.
Verdere gegevens omtrent proefnemingen met gassen van verschillend calorisch vermogen vinden wij in de discussies tusschen Mr. IsAAC Carr (Gasfabriek Widnes) en Mr. Gko Helps (Nuneaton).
4770—4320 4077—3645 3700—3300 3636—3276 3132—2826 2169—1926 Cal Ben w. B B 3 B 3 o O o ® ,® o ON cn W Gassoort. 18.7 35.5 35.2 26.1 51.0 51.7 Inerte Gassoort > 7o ON ON On ■ On On On NO VO NO NO VO NO O O O O O O Calorien per uur. 00 ON cn on C/J -0 o ro I-- ON NO I-- o l-‘ c*4 4i. 1 1 ' 1 M Liter gas per uur 53,5% 53.5 % 56,2 % 55,8 7o 54.6 »/o 54.7 »/o Nuttig effect. ' Cn Oi 4ik. cn Cn NJ OJ NO oo tn Cn Calor. netto voor het koken van l liter water. 25mm. 25 „ 25 „ 25 „ 18 „ 25 „ Afstand ketel tot brander 27 45 52 52 75 140 Gasdruk millimeter.
In een der laatste Gas Journals geeft Mr. Carr een tabel van cijfers welke betrekking heeft op het koken van water op een gewonen ringbrander met gebruik van gassen van verschillende verbrandingswaarde.
De afstand tusschen de brandergaatjes en den bodem van den ketel bedroeg 28 millimeter.
Calor. waarde van het gas. Verbruikte hoev. gas in L. Totaal verb.aan caloriën 1430 noodig om 1 quart water Ie koken. Gasdr in m.m. 4824 46,8 224 10 min. 24 sec. 45 4770 49,0 232 10 ts) cn 45 4500 51,5 230 9 ~ 30 „ 48 4482 50,4 224 11 „ 10 „ 45 4482 49,3 219 11 .. 10 „ 45 4482 49,0 213 11 .. 10 „ 45 4482 49,0 213 10 II 35 I, 45 4455 52,4 231 10 „ 10 ~ 48
De resultaten zijn als volgt en hebben betrekking op het aan den kook brengen van 1 quart = U/7 liter water.