druk van 4 atmospheren. Daar door koelt retort n° 1 een weinig af. Het dan ontstane (misschien slechte blauw-watergas) passeert de 2" leiding aan den achterkant van den oven en strijkt door de gloeiende, geheel gevulde retort n“ 2. Het dan verkregen blauwe watergas vermengt zich in de main direct met het steenkoolgas en passeert daarmede gemengd de verschillende reinigingstoestellen.

De uitkomsten van deze werkwijze zijn werkelijk schitterend, vooral omdat zij geen noemenswaardige uitgaven eischt.

De gaslevering bedraagt op het oogenblik ongeveer 1350 M-k per etmaal. Omdat echter des Zondags zoo min mogelijk arbeid wordt verricht en wij in verband daarmede van ’s morgens 6 uur tot ’s avonds 8 uur stil liggen, moet per etmaal ongeveer 1500 M'k geproduceerd worden wil de gashouder des Zaterdags vol staan.

Per nacht van 8 uur worden de steenkoolretorten slechts een keer geladen met 150 K.G., dus per etmaal 15 ladingen of 2250 K.G. Van deze 2250 K.G. kolen word, (watergas inbegrepen) ten minste 1500 M 3. gas verkregen of per 100 K.G. steenkool 65 M'k gas. Meermalen is dit echter 68 M'k

De blauw-watergas-retorten, of retorten 1 en 2 worden om de 48 uur verschoond en wel ’s morgens, omdat ze dan steeds onder

mijn toezicht verzorgd kunnen worden. Hetgeen in deze retorten overblijft is niet veel bijzonders, doch wordt, na gezuiverd te zijn, vermengd met bruinkool en onder den stoomketel verstookt.

Ik ben het volkomen eens met den schrijver van het vermelde artikel, nl., dat wel degelijk blauw-watergas gemaakt kan worden in horizontale retorten en wel met de volgende resultaten :

1. Belangrijke kolenbesparing.

2. Besparing aan arbeid.

3. Belangrijk lagere kostprijs van het gas.

4. Geen graphiet.

5. Geen klimpijp-verstoppingen, ten minste niet in n°®. 1 en 2.

6. Beter gas dan van bruinkool en tevens ontslagen van de misére met bruinkool.

Ten slotte zij nog vermeld dat, zonder doorloopende retorten, het produceeren van blauwwatergas mij niet gemakkelijk schijnt, daar het brengen van droge stoom achter in de retorten met groote moeilijkheden gepaard zal gaan. Bovendien geloof ik, dat hoogstwaarschijnlijk de uitkomsten niet schitterend zullen zijn indien men niet 2 retorten onderling kan verbinden, omdat de retort, in welke men stoom voert, tamelijk sterk afkoelt.

Pernis, Maart 1917.

GEDENKSCHRIFT VAN DE GEMEENTE-GASFABRIEK TE ALKMAAR.

Ter gelegenheid van de in-gebruik-neming van de nieuwgebouwde gasfabriek te Alkmaar is een gedenkschrift verschenen, waarin een overzicht wordt gegeven van de geschiedenis der gaslevering en van de gasfabriek in die gemeente.

Op 1 Maart 1853 begon die levering, door de Alkmaarsche Pypgaz Company, welker fabriek vermoedelijk gebouwd was voor eene capaciteit van 280.000 M'T per jaar. Er waren drie roosterovens, elk met zes retorten, een scrubber, een exhauster, drie zuiverkisten, een stationsmeter en een regulateur. Voorts behoorden tot de fabriek een tweetal gashouders, respectievelijk van 500 en 300 M*. inhoud. Het buizennet had een lengte van ongeveer 12.050 M. en het aantal gaslantaarns bedroeg 183.

Bij de overneming door de gemeente in 1883 was de fabrieksinrichting gegroeid tot een roosteroven met zes en 4 roosterovens met elk zeven retorten, benevens een condensor, een scrubber, een pelouze, een pompexhauster (2800 etm.), een Körting’s stoomstraal exhauster, twee waschvaten, drie kalkreinigers, een stationsmeter en drie gashouders, respectievelijk van 300, 500 en 600 M-i. inhoud.

Het buizennet had eene lengte verkregen van 19.410,5 M., terwijl het aantal lantaarns was toegenomen tot 308.

Gedurende de gemeentelijke exploitatie bleef natuurlijk het bedrijf groeien en waren verschillende uitbreidingen en vernieuwingen noodig, waarvan een ombouw van de fabriek in de jaren 1892—94, de bouw van een gashouder