moet worden verricht, mits de zoodanige arbeiders:

a. hetzij in drie achtereenvolgende weken op niet meer dan zeven dagen arbeid verrichten tusschen 10 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags, noch langer arbeid verrichten dan acht en veertig uren per week en honderd vijf en dertig uren in drie achtereenvolgende weken;

b. hetzij in vier achtereenvolgende weken in niet meer dan zeven dagen arbeid verrichten tusschen 6 uur des namiddags en 12 uur des nachts en op niet meer dan zeven dagen tusschen 12 uur des nachts en 6 uur des voormiddags, noch langer arbeid verrichten dan acht en veertig uren per week en honderd tachtig uren in vier achtereenvolgende weken.”

Uit de bepalingen van dit artikel blijkt allereerst, dat ten opzichte van den maximumarbeidsduur van 45 uren per week, het gewone werk zonder verdere motiveering met den arbeid in continubedrijf wordt gelijkgesteld en de vraag rijst, of dit in het algemeen juist moet worden geacht.

Het wil mij voorkomen, dat bij geen enkele soort van continuarbeid inderdaad ook gewerkt wordt gedurende den tijd, waarin de arbeiders aan het bedrijf verbonden zijn; bij den tegenwoordig gebruikelijken 8-urigen arbeidsdag voor het continubedrijf toch, zullen wel steeds 1 of 2 behoorlijke rustpoozen worden toegestaan, welke behalve voor uitrusten tevens voor het nuttigen van een maaltijd worden gebezigd en zal men in de practijk nergens 8 uren aaneen laten doorwerken zonder rust of eten.

Ten opzichte van gasstokers b. v. mag algemeen worden aangenomen, dat van de 8 uren, welke zij verbonden zijn, U/2 a 2 uur rust wordt gehouden.

Of met deze omstandigheden bij de vaststelling van den gemiddelden arbeidsduur van 45 uren per week voor continuarbeid voldoende rekening is gehouden, mag met eenigen grond woiden betwijfeld en het vrijwel willekeurige cijfer 45 levert overigens in de practijk voor de toepassing in het continubedrijf eigenaardige moeilijkheden op, in hoofdzaak wel hierdoor, dat het geen veelvoud van 8 of 6 is en dus een 3- of 4-ploegenstelsel alleen bij eene zeer ingewikkelde regeling tot een gemiddelde arbeidsweek van 45 uren kan leiden.

Het valt dan ook op, dat in de memorie van

toelichting bij art. 25 wel een schema wordt gegeven, hoe een 4-ploegenstelsel moet worden ingericht, doch van het gemiddelde van 45 uren per week wordt daarbij reeds afgestapt en wordt dit gereduceerd tot 42 uren, waartoe men bij 4 ploegen m. i. wel zal moeten komen.

Aan het geven van een plan voor een 3- ploegenstelsel met 45 urige werkweek heeft men zich blijkbaar maar niet gewaagd en hieromtrent wordt in de toelichting alleen vermeld, dat dit kan geschieden met invallers.

Het voorgeschreven maximum weekgemiddelde van 45 uren aanhoudende, zijn dan volgens de wet ongeveer de navolgende regelingen mogelijk;

a. Drieploegenstelsel.

Bij een 3-ploegenstelsel moet natuurlijk met de noodige reserves worden gewerkt. Wanneer het continubedrijf ’s Zondags niet stilstaat, moet per 3 weken gedurende 21 X 24 = 504 uren worden gewerkt, waarvan door de 3 vaste ploegen mogen worden vervuld ten hoogste 3 X 135 of 405 uren, zoodat door reserves arbeid moet worden verricht gedurende 99 uren of slechts 36 uren minder per 3 weken dan 135 uren.

Uit deze cijfers ziet men, dat bijna een geheele 4e ploeg noodig is en voor andere werkzaamheden deze reserveploeg slechts enkele uren per week overblijven'

Bovendien komt mij het beurtelings in de stokerij en op het terrein laten werken niet practisch voor en betwijfel ik of dit systeem in de toepassing zal bevredigen.

Dat het cijfer 45, zooals ik reeds boven opmerkte, aanleiding tot ingewikkelde regeling geeft, blijkt reeds uit het feit, dat men in verschillende gemeenten regelingen uitdenkt, waarbij op den eenen dag 8 uur, op een volgenden en soms ook nog weer eens 7 uur gewerkt wordt, allerlei onregelmatigheden, om slechts tot het gemiddelde van 45 uren per week te komen.

De door den heer Philips aangegeven oplossing gaat in de eerste plaats uit van den regel om op Zondag met halve ploegen te werken, eene werkwijze, waartegen bij vele fabrieken om een of andere reden bezwaren zullen bestaan.

Heb ik overigens het voorgestelde rooster goed begrepen, dan voldoet dit bovendien niet aan de bepalingen van het Ontwerp-Arbeidswet,