slager, die een dergelijken cursus gevolgd heeft, kan een fatsoenlijke electrische geleiding leggen, maar een koperslager, die op eigen houtje een gasleiding heeft te leggen, blijft op het oude thema doorwerken. Wij weten, dat er weinig koperslagers zijn, die weten wat een sluitstuk is. Als zoo’n gasleiding gelegd is en achteraf blijkt niet te deugen, dan komen de menschel! bij de gasfabriek en wij moeten er naar komen kijken. Wij moeten dan de leiding los nemen en die zit dan zoo weggestopt, dat wij er heel veel moeite mede hebben.

Het is dus van het grootste belang, dat ook het gasfittersvak aan de ambachtsscholen geleerd wordt. Daaraan kan het Bestuur veel doen, door deze zaak onder de aandacht van de betrokken besturen te brengen.

De heer P. Hijdelaar, (Zeist)-. Ik wil beginnen met een woord van waardeering te uiten voor het uitvoerig werk, dat het resultaat is geweest van den arbeid der Commissie voor het Fittersexamen.

Wat betreft de bezwaren van den heer Ferkranus, ik kan mij die zeer goed begrijpen, maar het gaat toch onwillekeurig zoo; als men dergelijke eischen moet gaan omschrijven in een programma, dan lijkt het gewoonlijk geleerder dan het in de practijk is. Ik geloof dan ook, dat wat dit betreft de bezwaren nog wel zullen medevallen.

Ik heb echter in hoofdzaak het woord gevraagd om een vraag te stellen.

Wanneer hetconcept-reglementen programma van eischen door de vergadering wordt goedgekeurd, zal dan thans nog een verdere stap gedaan worden, of moet dan eerst weder gewacht worden tot de volgende Algemeene Vergadering.

Blijkens de toelichting der Commissie is de bedoeling om in deze Vergadering een commissie aan te wijzen, welke tot taak zal krijgen hetgeen zoo even gevraagd is, nl. zoo spoedig mogelijk voor te bereiden de opleiding van fitters, zoodat er fitters komen, die aan alle eischen kunnen voldoen.

Die commissie zal dan waarschijnlijk tot de ervaring komen, dat op het oogenblik de opleiding niet van dien aard is, dat het zeer gemakkelijk zal zijn aan de ontworpen eischen te voldoen. Maar het is practisch als in die richting van dit oogenblik af aan kan gewerkt worden.

De heer N. J. M. Willemse (Leidschendam): Mijnheer de Voorzitter! Wij hebben hier een programma van eischen voor het examen van gasfitter. Ik wil aannemen, dat het niet gemakkelijk is dergelijk programma op te stellen, maar ik moet toch twijfel uitspreken of wij langs dezen weg een voldoend aantal bekwame fitters zullen krijgen. M. i. zullen er niet velen komen, die aan de gestelde eischen zullen kunnen voldoen.

Men zal de eischen heel wat moeten vereenvoudigen, wil men verkrijgen, dat werkelijk goede, practische menschen aan het examen kunnen deelnemen.

Dit wensch ik te zeggen omtrent hetgeen in het programma verplichtend gesteld is. Ik wil nu nog een enkel woord spreken over wat niet verplichtend gesteld is, maar wat toch van groot belang is naar mijne wijze van zien. Ik bedoel den facultatief gestelden eisch van het lezen van planteekeningen. Ik acht het van groot belang, dat een fitter een eenvoudige planteekening kan lezen.

Ik neem het geval, dat een fitter werkzaam moet zijn aan een gebouw, waarvan nog niets aanwezig is dan een bepaalde laag. Hij krijgt de teekening voor zich, maar hij heeft daar niets aan, als hij die niet kan lezen. Het kan hem ook niet door een hoofdopzichter of zoo iemand aangeduid worden. Hij moet zelf van de teekening kunnen lezen, waar hij werken moet.

De' heer K. Blokhuis, (Middelharnis). Ik kan mijn collega’s uit Dokkum en Leidschendam de verzekering gegeven, dat de Commissie voor het fittersexamen zich nooit op dit standpunt geplaatst heeft: hoe zullen wij den menschen zooveel mogelijk vragen. Ons standpunt is altijd geweest: hoe zullen wij ons beperken tot datgene wat werkelijk noodzakelijk is dat de menschen weten?

Het is er niet om te doen dat zal ook wel de opinie van alle leden der Commissie wezen dat elke fitter een papiertje krijgt, maar dat wij werkelijk goede fitters krijgen.

Ik geloof, dat geheel gemist zou worden het doel, dat de Vereeniging zich voor oogen gesteld heeft, wanneer wij ons tevreden stelden met fitters, die alleen kenden de enkele dingen, die zij practisch geleerd hebben. Wat wij willen hebben zijn fitters, die in alle opzichten goed onderlegd zijn en daarom was het noodig deze eischen te stellen.