voor verwarming met het oog op brandstoffenoeconomie aanbeveling verdient, wordt door de bestaande regeling de verbruiker van gas echter belast boven den verbruiker van steenkolen en wordt daardoor juist het gewenschte gasverbruik tegengehouden. In elk geval zouden dan de gasfabrieken met den huisbrand gelijk zijn te stellen.

Bij de door den Raad aanbevolen gewijzigde regeling zal de huisbrandprijs hooger worden. Hoewel de Raad over het algemeen alles wat het leven duurder maakt niet aanbeveelt, is hij van meening, dat tegen de verhooging van den tot dusver kunstmatig beneden het normale peil gehouden huisbrandprijs geen bezwaar bestaat. Ook al zou een geringe loonsverhooging hiervan het gevolg zijn, dan zou daardoor worden bereikt, dat de loonen in overeenstemming komen met wat in verband met de werkelijke levenskosten door de industrie als behoorlijk loon moet worden betaald. De Raad staat op het standpunt, dat met alle indirecte bijslagen op de loonen moet worden gebroken. Ongetwijfeld zal de nijverheid bereid zijn, de consequenties, die uit dit gezonde beginsel voortvloeien, te aanvaarden.”

Afschrift.

Amsterdam, 25 Mei 1920.

Den Weled. Zeer Gel. Heer Dr. F. G. Waller, Voorzitter van den Raad van Beheer van het Centr. Verrekenkantoor voor Brandstoffen.

Weled. Zeer Gel. Heer,

Het is U bekend, dat vanuit de Nederlandsche Gasindustrie steeds bezwaren zijn geopperd tegen de wijze, waarop de prijzen der steenkolen voor industrie- en huisbrand worden bepaald en eveneens zal het U niet onbekend zijn, dat in wijde industrieele kringen buiten de gasindustrie evenmin de prijsregeling goedkeuring vindt.

Kon men in dit stelsel zien, wat er mede bedoeld wordt, een leggen der lasten op de meer draagkrachtigen en een steun aan de minder sterken, ieder zou er zich bij kunnen neerleggen of er geheel mede instemmen.

Daar echter niet bereikt wordt, wat men wil bereiken, daar aan een groot deel onzer bevolking onrecht wordt aangedaan, daar juist

het grootste gedeelte van ons volk, dat men ontlasten wil, zwaarder getroffen wordt en hierdoor gelijk- en beter gesitueerden worden ontlast, meen ik nogmaals te itioeten opkomen tegen de gevolgde brandstofpolitiek, gesteund door de geheele gasindustrie, gesteund,door zeer zeker het grootste deel der overige industrieën.

Ik wil op den voorgrond stellen, dat, al zijn de normale toestanden nog niet teruggekeerd, ieder het eens zal zijn, dat gestreefd moet worden naar een komen uit den vicieuzen cirkel, in plaats van steeds sneller mede rond te draaien.

De Engelsche regeering heeft ons in dezelfde kwestie het goede voorbeeld gegeven.

Bij monde van Sir Robert Horne verklaarde zij op 12 Mei j.l. in het Lagerhuis, dat: „er een eind moest komen aan den toestand, dat kolen voor huishoudelijk gebruik tegen belangrijk lageren prijs worden verkocht, dan kolen voor de industrie”. De Engelsche regeering heeft hieraan een eind gemaakt en de prijzen gelijk gesteld.

Hoe is de toestand bij ons ? De vaste brandstof voor huisbrand wordt voor lagen prijs verstrekt. De industrie betaalt daardoor meer. Dit wordt niet bezwarend geacht, omdat de industrie dit wel op de consumenten verhaalt. Dat dit een beschouwing is, welke onverdedigbaar is, behoeft wel *niet betoogd te worden.

Alle verbruiksartikelen toch worden hierdoor in prijs verhoogd, de hoogere lasten komen in gelijke bedragen op alle verbruikers en dus in onevenredig hoogere mate op de minder draagkrachtigen. Een dergelijke betoogtrant mag door geen enkele regeering gevolgd worden.

Maar onder de industrieën komen industrieën voor, welke men bedrijven van algemeen nut pleegt te noemen, electrische centrales, waterleidingen, gasfabrieken, die weer leveren moeten aan particulieren en industrieën, enz.

Nu zou dit nog toelaatbaar zijn als allen in ons land met deze hoogere lasten werden belast, evenredig naar draagkracht en allen door den goedkooperen huisbrand werden ontlast evenredig naar draagkracht.

Men zou het systeem dan minder mooi, minder logisch, onnoodig gecompliceerd kunnen noemen, kwaad zou er niet mede gedaan worden.

Er gebeurt echter iets anders. Een groot