Het aantal werklieden kan gerekend worden daarmee op een minimum gebracht te zijn en welke enorme besparingen bij de tegenwoordige hooge loonen bij zulk bedrijf bereikt worden, is zonder meer duidelijk.

Hierbij zij nog opgemerkt, dat op de gasfabriek Zwolle in Holland insgelijks ovens met gasverhitting door de firma Klönne gebouwd worden.

Hoewel het bedrijf der verticale kamerovens in cEConomisch opzicht reeds aan alle te stellen eischen voldoet en de verhittingsgassen daarbij zoo goed als volkomen nuttig worden gebruikt, gaat men toch in den laatsten tijd nog over tot den inbouw van een stoomketel in het rookkanaal om met deze gassen nog stoom te maken voor het natbedrijf en voor andere bedrijfsdoeleinden.

Resumeerende kan de verticale kameroven als een groote schrede voorwaarts in de gastechniek beschouwd worden. Als voordeelen dezer destillatie in eene groote ruimte kunnen de volgende gelden:

1. 12 uur- resp. 24 uur destillatietijd.

2. Er kunnen groote kolenhoeveelheden in één handgreep aan de destillatieruimte worden toegevoerd.

3. Laadverliezen zijn belangrijk minder.

4. Er wordt een gas van hooge waarde verkregen.

5. Desondanks kan op eene hooge gasopbrengst gerekend worden.

6. Aan teer en ammoniak worden grootere hoeveelheden resp. betere qualiteiten verkregen.

7. Het gas is arm aan naphtaline.

8. Het laden en lossen geschiedt zonder arbeidsverbruik en zonder machinale inrichting.

9. Bij vakkundig bedrijf zijn klimpijpverstoppingen en teerverdikking onbekend en graphietaanzetting is nauwelijks merkbaar.

10. De levensduur der gemetselde kamers is zeer groot.

11. Het cokesverbruik voor de vuren blijft binnen matige grenzen.

12. De besparing aan arbeidsloon is door de vermindering van het aantal der bedienende arbeiders buitengewoon groot.

13. Zoowel voor groote, als voor middelmatige en kleine gasfabrieken is de verticale kameroven even voordeelig in het gebruik.

Na deze algemeene beschouwingen kom ik tot den kern der zaak: tot de ceconomische vergelijking.

Ik heb berekeningen {zie bladz. 212 en 213) opgesteld voor gasfabrieken van

3.000.000 M 3. jaarproductie

1.000.000 „

Aan de ééne zijde zijn volgeneratorovens met horizontale retorten en eenvoudige handlaadmachines in beschouwing genomen, aan den anderen kant Klönne’s verticale kamerovens voor 12 uur bedrijf. Volgeneratorovens met handlaadmachines werden gekozen, omdat die in gasbedrijven van de aangegeven grootten, veelvuldig voorkomen.

De in de rentabiliteitsberekening opgenomen opbrengsten zijn, evenals de daarbij aangenomen werkverdeeling, gemiddelden, in verscheidene jaren bedrijf in de practijk verkregen.

Bij de bepaling van het aantal arbeiders voor het bedrijf met horizontale retorten is aangenomen, dat per 6—7 retorten één man noodig is, voor alle in de stokerij te vervullen werkzaamheden, d. w. z. laden en trekken der retorten, aanvoer kolen en afvoer cokes, slakken der ovens en wegvoeren der slakken, doorsteken der klimpijpen, schoonhouden van de stokerij enz. Wel wordt deze arbeidspraestatie tegenwoordig, bij de steeds kleiner wordende lust tot werken, vaak niet bereikt, maar ter vergelijking van de te bezigen arbeidskracht voor het verticalekamerovenbedrijf houden we er aan vast.

De in de vergelijking gebruikte cijfers voor bouwkosten, zijn de prijzen, die tegenwoordig op de gasovenmarkt gelden.

De stokerijen zijn aan weerszijden niet in de rekening begrepen. In veel gevallen is het mogelijk verticale ovens in aanwezige horizontale-retortenstokerijen onder te brengen. Daar, waar de omstandigheden dit niet toelaten en het heffen van het dak te duur wordt, kunnen de kamerovens zonder meer, naar het voorbeeld der cokesovens, buiten opgesteld worden.

Zoodra geen verbouwing, maar een bouw aan de orde is, valt de mogelijkheid, de stokerij bij verticale ovens geheel te sparen, heel gunstig in de schaal der verticale ovens.

De rentestandaard is op 70/q, de afschrijving uiterst hoog op 100/q aangenomen. Zonder twijfel kon ook het bedrag voor afschrijving, met het oog op de hoog geraamde onderhoudskosten, kleiner genomen worden. Ik ben er echter van uit gegaan, dat het ovenblok in 10 jaar afgeschreven moet zijn, om, wanneer eventueel op dat moment een nog gunstiger werkend systeem op de markt zou komen, dat zonder verlies te kunnen accepteeren.

Dortmund, 17 October 1920.